dwarspanden. Bouwvalligheid heeft in 1805 niet tot restauratie, maar tot afbraak geleid.
Op den hoek van Ketel- en Koningstraat heeft eertijds de St. Nicolaaskerk gestaan,
kloosterkerk van de St. Nicolaas-broederschap (afb. 6). Het vroegste geschrift, waaruit
men het bestaan dezer kerk kan opmaken, dateert van 1501 ]). Een afbeelding naar een
18de-eeuwsche teekening ") evenwel duidt op een vroegeren oorsprong; ze vertoont een
eenbeukig schip, driehoekig afgesloten; het op een oudere prent nog zichtbare rijzig
achthoekig torentje aan den zuidwestkant is hier reeds
verdwenen. De hooge ramen zijn gedicht, kleine vensters
zijn er in opengelaten, drie boven elkaar in elk veld,
er op wijzend, dat het vermoedelijk een dubbelkerk
geweest is, die, na voor den eeredienst te zijn gesloten,
door het inleggen van een tweeden vloer in drie ver-
diepingen verdeeld was. Het Gemeente-Museum bewaart
nog het 15de-eeuwsche torenkruis en dat van het choordak.
Op de Beek (Beekstraat) heeft het St. Catharina-
Gasthuis gestaan; het Gemeente-Museum bezit een ge-
kleurde teekening van een geveldeel, op het binnenplein.
Het was het Nonnenklooster (St. Agniete-zusterhuis)
geweest der Augustijner orde. Men vindt in de ge-
schiedenis van Gelderland 8), dat de regeering het huis
in 1404 aan de kloosterorde ten geschenke gaf. In het
begin der 17de eeuw werd het gesaeculariseerd en in
1636 werd naar dit gebouw, vanuit de Bakkerstraat (het
huis, tegenwoordig »Centraal-gebouw" geheeten), over-
gebracht het Catharina-Gasthuis, dat hier gevestigd bleef
tot 1860. In dat jaar werd het afgebroken, naar ge-
tuigenis van Staats Everts «ofschoon de vernielende tand
des tijds aan dit gebouw nog niet zoodanig had ge-
knaagd, dat een slooping noodzakelijk was geworden".
Bij de afbraak zijn de in den grooten refter gevonden
muur-schilderingen verloren gegaan; wij hebben geen Afb. 12. St. Eusebiuskerk, Beeld van
aanteekeningen over deze schilderingen kunnen vinden, den H. Laurentius (Zuidelijk portaal).
In den lagen voorgevel aan de straatzijde stond
een monumentale poort, met gesculpteerden hoogen top, ter weerszijde waarvan de beelden
van een ouden man en vrouw. Deze beelden, alsmede twee sterk beschadigde 15de-equwsche
altaarstukken, naar het Gemeente-xMuseum overgebracht, bewaren er de herinnering aan
het voormalige St. Catharina-Gasthuis en aan het verdwenen St. Agniete-klooster.
1) G. van Hasselt, »Arnhemsche Oudheden", IV, pag. 164.
2) Waarvan het cliché welwillend door de Vereeniging »Gelre" is afgestaan.
3) Pontanus, I, pag. 69.
91
Op den hoek van Ketel- en Koningstraat heeft eertijds de St. Nicolaaskerk gestaan,
kloosterkerk van de St. Nicolaas-broederschap (afb. 6). Het vroegste geschrift, waaruit
men het bestaan dezer kerk kan opmaken, dateert van 1501 ]). Een afbeelding naar een
18de-eeuwsche teekening ") evenwel duidt op een vroegeren oorsprong; ze vertoont een
eenbeukig schip, driehoekig afgesloten; het op een oudere prent nog zichtbare rijzig
achthoekig torentje aan den zuidwestkant is hier reeds
verdwenen. De hooge ramen zijn gedicht, kleine vensters
zijn er in opengelaten, drie boven elkaar in elk veld,
er op wijzend, dat het vermoedelijk een dubbelkerk
geweest is, die, na voor den eeredienst te zijn gesloten,
door het inleggen van een tweeden vloer in drie ver-
diepingen verdeeld was. Het Gemeente-Museum bewaart
nog het 15de-eeuwsche torenkruis en dat van het choordak.
Op de Beek (Beekstraat) heeft het St. Catharina-
Gasthuis gestaan; het Gemeente-Museum bezit een ge-
kleurde teekening van een geveldeel, op het binnenplein.
Het was het Nonnenklooster (St. Agniete-zusterhuis)
geweest der Augustijner orde. Men vindt in de ge-
schiedenis van Gelderland 8), dat de regeering het huis
in 1404 aan de kloosterorde ten geschenke gaf. In het
begin der 17de eeuw werd het gesaeculariseerd en in
1636 werd naar dit gebouw, vanuit de Bakkerstraat (het
huis, tegenwoordig »Centraal-gebouw" geheeten), over-
gebracht het Catharina-Gasthuis, dat hier gevestigd bleef
tot 1860. In dat jaar werd het afgebroken, naar ge-
tuigenis van Staats Everts «ofschoon de vernielende tand
des tijds aan dit gebouw nog niet zoodanig had ge-
knaagd, dat een slooping noodzakelijk was geworden".
Bij de afbraak zijn de in den grooten refter gevonden
muur-schilderingen verloren gegaan; wij hebben geen Afb. 12. St. Eusebiuskerk, Beeld van
aanteekeningen over deze schilderingen kunnen vinden, den H. Laurentius (Zuidelijk portaal).
In den lagen voorgevel aan de straatzijde stond
een monumentale poort, met gesculpteerden hoogen top, ter weerszijde waarvan de beelden
van een ouden man en vrouw. Deze beelden, alsmede twee sterk beschadigde 15de-equwsche
altaarstukken, naar het Gemeente-xMuseum overgebracht, bewaren er de herinnering aan
het voormalige St. Catharina-Gasthuis en aan het verdwenen St. Agniete-klooster.
1) G. van Hasselt, »Arnhemsche Oudheden", IV, pag. 164.
2) Waarvan het cliché welwillend door de Vereeniging »Gelre" is afgestaan.
3) Pontanus, I, pag. 69.
91