De kerk is opgetrokken van baksteen, met zeer ruime toepassing van bergsteen.
Aan het schip en het choor is het gebruik van natuursteen beperkt tot sierende en
afdekkende deelen, tot kantblokken in de beeren en tot de vensterharnassen; de noordelijke
en de zuidelijke transeptgevel echter zijn, van de eerste tot de tweede waterlijst, geheel
met witte steen bekleed. De kwistige toepassing der witte natuursteen geeft, wegens het
contrast met de sterk roode baksteen, aan het uiterlijk der kerk een groote levendigheid
en heeft het ook mogelijk gemaakt, de buiten-architectuur
veel rijker te behandelen, dan bij Hollandsche kerken
gebruikelijk is. De zin der Laat-Gothiek voor rijke
versiering heeft zich duidelijk uitgesproken, zoowel in
de uitgewerkte detailleering der met pinakels bekroonde
contreforten, als in de, afwisselend met klimmende
figuurtjes en met bladwerk versierde afdekkingen der
luchtbogen en niet minder in het dubbele boogfries,
onder de lijst, waarop de uit bogen bestaande balustrade
staat, die de muren van middenschip, dwarsarmen en
priesterkoor bekroont. Opmerkelijk is ook de blijkbare
toeleg om overvloedig licht in de kerk te voeren. Wegens
de breedte der zijbeuken moesten de lessenaar-daken,
die deze dekken, een groot deel van den middenschip-
muur in beslag nemen, zoodat, wilde men het midden-
beuk-gewelf niet op een, in verband met de breedte
dier kerk, gevaarlijke hoogte leggen, in het middenschip
slechts kleine lichtopeningen konden overblijven. Om
hieraan te gemoet te komen heeft men de vensters
der zijbeuken zoo groot mogelijk genomen (aan den
zuidkant zijn ze later ingekort) en ook in den oost-
wand der beide transepten breede vensters gemaakt,
die later echter weer zijn dichtgemetseld.
Zoowel langs het thans blinde venster in den
noordarm, als langs de beglaasde vensters in de gevels
der beide kruisarmen, is de galerij, die in de geheele
Afb. 18. St. Euscbiuskcrk. Gebrand- kerk boven de scheibogen rondgaat, op vrijstaande
schilderd glasraam »St. Lotharius". bogen voortgezeti om maar den lichttoevoer zoo min
mogelijk tegen te houden.
Bizonder uitvoerig is het zuiderportaal behandeld; het hierbij afgebeelde restauratie-
ontwerp van Dr. Cuypers (afb. 11) laat zien, hoe men zich deze rijke architectuur heeft
te denken, die thans (zie de photografische afbeelding 10) sterk gehavend is, maar
misschien juist daardoor, den kunstzinnigen toeschouwer des te grooter illusie geeft. In
de paarsgewijze, aan weerszijden van het middenvenster geplaatste nisjes, staan nog de
98
Aan het schip en het choor is het gebruik van natuursteen beperkt tot sierende en
afdekkende deelen, tot kantblokken in de beeren en tot de vensterharnassen; de noordelijke
en de zuidelijke transeptgevel echter zijn, van de eerste tot de tweede waterlijst, geheel
met witte steen bekleed. De kwistige toepassing der witte natuursteen geeft, wegens het
contrast met de sterk roode baksteen, aan het uiterlijk der kerk een groote levendigheid
en heeft het ook mogelijk gemaakt, de buiten-architectuur
veel rijker te behandelen, dan bij Hollandsche kerken
gebruikelijk is. De zin der Laat-Gothiek voor rijke
versiering heeft zich duidelijk uitgesproken, zoowel in
de uitgewerkte detailleering der met pinakels bekroonde
contreforten, als in de, afwisselend met klimmende
figuurtjes en met bladwerk versierde afdekkingen der
luchtbogen en niet minder in het dubbele boogfries,
onder de lijst, waarop de uit bogen bestaande balustrade
staat, die de muren van middenschip, dwarsarmen en
priesterkoor bekroont. Opmerkelijk is ook de blijkbare
toeleg om overvloedig licht in de kerk te voeren. Wegens
de breedte der zijbeuken moesten de lessenaar-daken,
die deze dekken, een groot deel van den middenschip-
muur in beslag nemen, zoodat, wilde men het midden-
beuk-gewelf niet op een, in verband met de breedte
dier kerk, gevaarlijke hoogte leggen, in het middenschip
slechts kleine lichtopeningen konden overblijven. Om
hieraan te gemoet te komen heeft men de vensters
der zijbeuken zoo groot mogelijk genomen (aan den
zuidkant zijn ze later ingekort) en ook in den oost-
wand der beide transepten breede vensters gemaakt,
die later echter weer zijn dichtgemetseld.
Zoowel langs het thans blinde venster in den
noordarm, als langs de beglaasde vensters in de gevels
der beide kruisarmen, is de galerij, die in de geheele
Afb. 18. St. Euscbiuskcrk. Gebrand- kerk boven de scheibogen rondgaat, op vrijstaande
schilderd glasraam »St. Lotharius". bogen voortgezeti om maar den lichttoevoer zoo min
mogelijk tegen te houden.
Bizonder uitvoerig is het zuiderportaal behandeld; het hierbij afgebeelde restauratie-
ontwerp van Dr. Cuypers (afb. 11) laat zien, hoe men zich deze rijke architectuur heeft
te denken, die thans (zie de photografische afbeelding 10) sterk gehavend is, maar
misschien juist daardoor, den kunstzinnigen toeschouwer des te grooter illusie geeft. In
de paarsgewijze, aan weerszijden van het middenvenster geplaatste nisjes, staan nog de
98