DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Erven Orens, A. van: Oud Arnhem
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0121
gevulde schildjes zijn gered en thans boven de moderne gaskronen bevestigd.
Arnhem's Groote Kerk is mede vermaard om de in het choor geplaatste graftombe
van Karei van Gelder (f 1538). Zij is in toetssteen uitgevoerd, met rondom, in zestien
vakken, de in albast gesculpteerde nissen, die de
beelden bevatten van de twaalf apostelen, van de
H. Elisabeth van Hongarije, van een Romijnsch
krijgsmansfiguur, wellicht den H. Martinus, vóór zijn
priesterwijding verbeeldend, van den H. Christoffel
en van een groep der H. Familie (afb. 19).
Op de tombe, in krijgsmansgewaad uitge-
strekt, rust het in wit marmer gebeitelde beeld
van den Hertog; zes vergulde steenen leeuwen zijn,
in lateren tijd, hun verloren gegane voorgangers,
die wel trotscher van statuur en majestueuser
van stijl zullen geweest zijn, komen vervangen.
Een tweede, in hout gesneden beeld van
den Hertog, in het echte harnas, met zijden
wapenrok gestoken, en biddend geknield liggend,
is ter zijde, tegen een der zuilen van den omgang,
in een eikenhouten, laat 17de-eeuwsche open kast
geplaatst:).
Een niet minder belangrijk epitaaf is aan
de nagedachtenis van Joost van Sasbout, kanselier
van Gelderland (f 1546) gewijd (afb. 20 en 21).
Door zijn, met rijk en verfijnd ornament en
vele figuren gevulde paneelen en vakken, is het
monument, in zijn sierlijken opbouw, een sculptuur-
juweel, in den geest der Fransche Renaissance
(school van Colijn).
Vermelding verdienen nog de aan de muren
der kerk gehangen tafels en omlijste borden van
de voormalige gilden der stad.
Bij het nog eens rondgaan in de kerk, het
hoofd gebogen naar den met vele grafzerken
bevloerden grond, staan wij even nog stil, in den Afb. 25. Breedte-doorsnede van het huis
»St. Peter", Rijnstraat No. 71,
opmeting van J. W. Boerbooms.
1) Voor de meer uitvoerige beschrijving van deze
tombe en van het knielende beeld, alsmede voor verdere architectonische en geschiedkundige aan-
teekeningen over de kerk verwijzen wij naar de geschriften van den heer H. Portheine Jr. (»Bulletin
van den Ned. Oudh. Bond", December 1901 en Juli 1902 en «Bouwkunst", tweemaand. Tijdschrift,
Januari—Maart 1914).
105
Arnhem's Groote Kerk is mede vermaard om de in het choor geplaatste graftombe
van Karei van Gelder (f 1538). Zij is in toetssteen uitgevoerd, met rondom, in zestien
vakken, de in albast gesculpteerde nissen, die de
beelden bevatten van de twaalf apostelen, van de
H. Elisabeth van Hongarije, van een Romijnsch
krijgsmansfiguur, wellicht den H. Martinus, vóór zijn
priesterwijding verbeeldend, van den H. Christoffel
en van een groep der H. Familie (afb. 19).
Op de tombe, in krijgsmansgewaad uitge-
strekt, rust het in wit marmer gebeitelde beeld
van den Hertog; zes vergulde steenen leeuwen zijn,
in lateren tijd, hun verloren gegane voorgangers,
die wel trotscher van statuur en majestueuser
van stijl zullen geweest zijn, komen vervangen.
Een tweede, in hout gesneden beeld van
den Hertog, in het echte harnas, met zijden
wapenrok gestoken, en biddend geknield liggend,
is ter zijde, tegen een der zuilen van den omgang,
in een eikenhouten, laat 17de-eeuwsche open kast
geplaatst:).
Een niet minder belangrijk epitaaf is aan
de nagedachtenis van Joost van Sasbout, kanselier
van Gelderland (f 1546) gewijd (afb. 20 en 21).
Door zijn, met rijk en verfijnd ornament en
vele figuren gevulde paneelen en vakken, is het
monument, in zijn sierlijken opbouw, een sculptuur-
juweel, in den geest der Fransche Renaissance
(school van Colijn).
Vermelding verdienen nog de aan de muren
der kerk gehangen tafels en omlijste borden van
de voormalige gilden der stad.
Bij het nog eens rondgaan in de kerk, het
hoofd gebogen naar den met vele grafzerken
bevloerden grond, staan wij even nog stil, in den Afb. 25. Breedte-doorsnede van het huis
»St. Peter", Rijnstraat No. 71,
opmeting van J. W. Boerbooms.
1) Voor de meer uitvoerige beschrijving van deze
tombe en van het knielende beeld, alsmede voor verdere architectonische en geschiedkundige aan-
teekeningen over de kerk verwijzen wij naar de geschriften van den heer H. Portheine Jr. (»Bulletin
van den Ned. Oudh. Bond", December 1901 en Juli 1902 en «Bouwkunst", tweemaand. Tijdschrift,
Januari—Maart 1914).
105