kerkje geheel met cement bedekt en tegen de driezijdige choorsluiting is een moderne
aanbouw gemaakt. Van binnen is de kerk door een vlakke zoldering gedekt.
Nog van twee voormalige kerken en van een gasthuisgebouw zijn overblijfselen
te vinden.
Het Centraal-gebouw (Bakkerstraat 29), eertijds de kerk van het St. Carharina-
gasthuis, daar tot 1636 gevestigd, heeft nog de oorspronkelijke zijmuren, uit de 15de eeuw
behouden. Vanaf den grooten toren der St. Eusebiuskerk kan men den zuidelijken gevel
duidelijk tusschen de omliggende huizen onderscheiden; de oude groote steenen, waarmede
de hooge breede kerkvensters zijn dichtgemetseld, wijzen er op, dat het gebouw, sinds
eeuwen reeds, een andere
bestemming heeft gekregen.
Het op een hoek, aan de
Korenmarkt, staande graan-
pakhuis is voorheen de kerk
der Lutherschen geweest; vóór
de 18de eeuw was het gebouw
reeds bij die Gemeente in
gebruik. In 1701 werd het
vertimmerd en in 1898 geheel
gerestaureerd en inwendig tot
pakhuis ingericht. De beide
buitengevels vertoonen in
den hernieuwden bouw den
ouden toestand; in de vakken,
tusschen de van de plint
tot het dak doorgetrokken
pilasters, zijn in de thans
blinde kerkvensters raam- Afb. 28. Het Huis Maarten van Rossem. Deurpoortje,
openingen gemaakt, drie
boven elkaar, die van buiten duidelijk de huidige bestemming aangeven. Boven de deur
wordt nog als versiering aangetroffen de zwaan, het emblema van Luther.
Het meest merkwaardige der drie van bestemming veranderde gebouwen is »St. Peter",
tegenwoordig meubelmagazijn, in de Rijnstraat 71. Een opmeting en gedeeltelijk restauratie-
project van het vroeg-15de-eeuwsche gebouw door den architect J. W. Boerbooms geeft,
wat den plattegrond en de doorsneden betreft, op een kleinigheid na den toestand van
heden (afb. 24 en 25) ; de voorgevel is als een restauratieplan te beschouwen. Thans is, onder
de waterlijst, een moderne winkelpui gesteld; de vier vensters der eerste verdieping zijn
ongedeeld en, omstreeks 1850, van zonderlinge traceeringen voorzien. Van de binnenzijde
bezien, bemerkt men aan de vensterportieken, dat hier vroeger langwerpig vierkante
kruisvensters geweest moeten zijn. Oorspronkelijk zijn nog het boogfries onder de waterlijst
8
109
aanbouw gemaakt. Van binnen is de kerk door een vlakke zoldering gedekt.
Nog van twee voormalige kerken en van een gasthuisgebouw zijn overblijfselen
te vinden.
Het Centraal-gebouw (Bakkerstraat 29), eertijds de kerk van het St. Carharina-
gasthuis, daar tot 1636 gevestigd, heeft nog de oorspronkelijke zijmuren, uit de 15de eeuw
behouden. Vanaf den grooten toren der St. Eusebiuskerk kan men den zuidelijken gevel
duidelijk tusschen de omliggende huizen onderscheiden; de oude groote steenen, waarmede
de hooge breede kerkvensters zijn dichtgemetseld, wijzen er op, dat het gebouw, sinds
eeuwen reeds, een andere
bestemming heeft gekregen.
Het op een hoek, aan de
Korenmarkt, staande graan-
pakhuis is voorheen de kerk
der Lutherschen geweest; vóór
de 18de eeuw was het gebouw
reeds bij die Gemeente in
gebruik. In 1701 werd het
vertimmerd en in 1898 geheel
gerestaureerd en inwendig tot
pakhuis ingericht. De beide
buitengevels vertoonen in
den hernieuwden bouw den
ouden toestand; in de vakken,
tusschen de van de plint
tot het dak doorgetrokken
pilasters, zijn in de thans
blinde kerkvensters raam- Afb. 28. Het Huis Maarten van Rossem. Deurpoortje,
openingen gemaakt, drie
boven elkaar, die van buiten duidelijk de huidige bestemming aangeven. Boven de deur
wordt nog als versiering aangetroffen de zwaan, het emblema van Luther.
Het meest merkwaardige der drie van bestemming veranderde gebouwen is »St. Peter",
tegenwoordig meubelmagazijn, in de Rijnstraat 71. Een opmeting en gedeeltelijk restauratie-
project van het vroeg-15de-eeuwsche gebouw door den architect J. W. Boerbooms geeft,
wat den plattegrond en de doorsneden betreft, op een kleinigheid na den toestand van
heden (afb. 24 en 25) ; de voorgevel is als een restauratieplan te beschouwen. Thans is, onder
de waterlijst, een moderne winkelpui gesteld; de vier vensters der eerste verdieping zijn
ongedeeld en, omstreeks 1850, van zonderlinge traceeringen voorzien. Van de binnenzijde
bezien, bemerkt men aan de vensterportieken, dat hier vroeger langwerpig vierkante
kruisvensters geweest moeten zijn. Oorspronkelijk zijn nog het boogfries onder de waterlijst
8
109