Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 8.1915)

gewoonte werd waren grootere en diepere kuipen zonder nut; ten deele zullen wij ook
smaak en gemak als medefactoren moeten tellen. Intusschen kwam ook deze verandering
weer niet overal tegelijk en de kuipvorm blijft tot in het gothische tijdvak in vele streken
behouden. Een en ander zal uit het volgende genoegzaam blijken 1).

II. INVENTARIS.

Wat hebben wij nu in Nederland nog uit het romaansche tijdperk over?
't Gemakkelijkst is een overzicht volgens het materiaal; want in hetzelfde materiaal
_ zijn weer meerdere vormen te onderscheiden,

Fig. 1. Fig. 2.

1 Welnu, metalen vonten uit bedoelden tijd zijn ons niet bekend geworden; de
looden bak, die in Limbricht tot doopvont dient, is niet dateerbaar, doch zeker jonger.

2 Maar het Friesch Museum in Leeuwarden bewaart twee houten vonten; — wij
nemen nu aan, dat de twee voorwerpen in questie waarlijk doopvonten zijn (zie fig. 1 en 2).

1) Deksels op do vonten zijn in de Xllde eeuw zeker in gebruik geweest. De synoden der
XlIIde eeuw dringen echter nog herhaaldelijk op dat gebruik aan, zoodat het toen nog niet
algemeen was.

Doophekken zijn sinds de XlVde eeuw pas algemeen. (Otte a. a. O. S. 305).

160