ROMAANSCHE DOOPVONTEN IN NEDERLAND.
IV. DE HARDSTEENEN VONTEN J).
Kuipfragment te Nieuwstad.
A. Groepeering.
1. In tegenstelling met de zandsteenen vonten is geen enkel hardsteenen vont uit
één stuk gehakt; maar kuip, voet en steel, — bij meerdere exemplaren ook de hoek-
zuiltjes om dien steel heen — zijn afzonderlijk gehouwen en dan met mortel aan elkander
gevoegd. Hierbij is op te merken, dat van den steel (en van de hoekzuiltjes) alleen de
schacht een deel op zich zelf vormt; want hun basis wordt met de voetplaat, hun
kapiteel (of althans hun bovenste gedeelte) met de kuip uit één stuk gekapt.
Overigens vinden wij ook bij de hardsteenen vonten dookgaten en sponningen,
die het vroeger gebruik van deksels bewijzen 3). Resten van verf vindt men evenwel op
geen enkel exemplaar 3).
2. Een tweede verschil is dit: bij de zandsteenen vonten had ieder der groepen, die
wij volgens den bouw van kuip en steel konden scheiden, tevens een kenmerkende
versiering; zóó eigen aan één bepaalde groep, dat een fragment, waarbij het eerste
groepeeringscriterium ontbrak, op grond der versieringsmotieven, nóg met zekerheid als
afkomstig van een vont uit deze of gene klasse kon worden erkend. Zulk een groep-verschil
in het ornament vinden wij bij de hardsteenen vonten niet; doch naar bouw en vorm
kunnen wij de volgende verdeeling maken:
1) In het lijstje op bl. 164 dient veranderd en aangevuld te worden:
Limmel N.W. hoek der kerk «) 33 ') 82-98
Linne » » » » 99 33 26 92-119
Oirsbeek » » » » 2) 34 ') 84 en 101.
2) De deksels, die thans gebruikt worden, zijn alle modern. In Limmel zijn de medaillons der
vier evangelisten-symbolen oud.
3) Vgl. bl. 169.
236
IV. DE HARDSTEENEN VONTEN J).
Kuipfragment te Nieuwstad.
A. Groepeering.
1. In tegenstelling met de zandsteenen vonten is geen enkel hardsteenen vont uit
één stuk gehakt; maar kuip, voet en steel, — bij meerdere exemplaren ook de hoek-
zuiltjes om dien steel heen — zijn afzonderlijk gehouwen en dan met mortel aan elkander
gevoegd. Hierbij is op te merken, dat van den steel (en van de hoekzuiltjes) alleen de
schacht een deel op zich zelf vormt; want hun basis wordt met de voetplaat, hun
kapiteel (of althans hun bovenste gedeelte) met de kuip uit één stuk gekapt.
Overigens vinden wij ook bij de hardsteenen vonten dookgaten en sponningen,
die het vroeger gebruik van deksels bewijzen 3). Resten van verf vindt men evenwel op
geen enkel exemplaar 3).
2. Een tweede verschil is dit: bij de zandsteenen vonten had ieder der groepen, die
wij volgens den bouw van kuip en steel konden scheiden, tevens een kenmerkende
versiering; zóó eigen aan één bepaalde groep, dat een fragment, waarbij het eerste
groepeeringscriterium ontbrak, op grond der versieringsmotieven, nóg met zekerheid als
afkomstig van een vont uit deze of gene klasse kon worden erkend. Zulk een groep-verschil
in het ornament vinden wij bij de hardsteenen vonten niet; doch naar bouw en vorm
kunnen wij de volgende verdeeling maken:
1) In het lijstje op bl. 164 dient veranderd en aangevuld te worden:
Limmel N.W. hoek der kerk «) 33 ') 82-98
Linne » » » » 99 33 26 92-119
Oirsbeek » » » » 2) 34 ') 84 en 101.
2) De deksels, die thans gebruikt worden, zijn alle modern. In Limmel zijn de medaillons der
vier evangelisten-symbolen oud.
3) Vgl. bl. 169.
236