waar één monster, als te Swolgen, door de houding van kop en staart het vlak toch
weer in twee evenwichtige helften verdeelt. Merkwaardig zijn in dit opzicht de evangelisten-
symbolen te Herpen. Het onpersoonlijke komt vooral in de koppen uit; geen enkele, die
boven een algemeen type uitgaat.
Technisch evenwel getuigt het werk van scholing, van vertrouwdheid met het harde
materiaal. Alleen door een verlammende routine moet verklaard worden, dat het reliëf
nooit wat ronder en hooger wordt. Rekening houdend met de grootere afslijtbaarheid
van de veel zachtere zandsteen, mag men zeggen, dat het reliëf op de hardsteenen
vonten niet hooger is geweest dan op de producten der Bentheimer werkplaats.
Groep B. Voor zoover wij kunnen opmaken uit hetgeen ons rest, staat ook bij
deze groep de voet der vonten op een lage
vierkante plint; is de steel een eenvoudige
cylinder, die zonder kapiteel de kuip draagt,
doch steeds een geprofileerde basis heeft, soms
met hoekklauwen (Nuth) of-bladen (Heel); ook
is de kuip aan de binnenzijde rond van omtrek
en hol van bodem, terwijl aan de buitenzijde
die bodem vlak, en de omtrek öf rond is (Nuth,
Schin op Geul), öf uit sferische vlakken is samen-
gesteld (Odiliënberg, Voerendaal) öf vierkant
(Heel), öf achtzijdig (Montfort).
In de versiering bemerken wij bij alle vonten,
behalve te Heel, de vier koppen, te Odiliënberg
met de consolen, er onder, die wij uit de vorige
groep kennen, te Nuth en Voerendaal met het
vijfhoekig blad, dat wij ook in Leur reeds vonden ;
in Schin op Geul en in Amstenrade is dat aan-
Fig. 17. Heel. hangsel bijna verdwenen en het ontbreekt geheel
onder de koppen te Montfort. Daarnaast echter
zien wij onder elk der vier hoeken van de kuip te Heel een in bladvorm zich ontwikkelend
steunstuk 2).
Deze vont te Heel vertoont overigens de rijkste versiering der kuipvlakken; wij
zien op twee zijden ranken met bladeren en trossen; op de derde zijde komen ze uit
den mond van een masker, zich naar weerskanten symmetrisch uitrollend; op de vierde
een rij boogstellingen met drie blaadjes in de zwikken; ook op het bovenvlak der kuip
zijn in de zwikken bladversieringen uitgehouwen. Boogstellingen in hoefijzervorm vinden
wij op de kuipen van Voerendaal en Nuth, op de eerstgenoemde bovendien een vier-
1) Zie noot 3 op bl. 248.
242
weer in twee evenwichtige helften verdeelt. Merkwaardig zijn in dit opzicht de evangelisten-
symbolen te Herpen. Het onpersoonlijke komt vooral in de koppen uit; geen enkele, die
boven een algemeen type uitgaat.
Technisch evenwel getuigt het werk van scholing, van vertrouwdheid met het harde
materiaal. Alleen door een verlammende routine moet verklaard worden, dat het reliëf
nooit wat ronder en hooger wordt. Rekening houdend met de grootere afslijtbaarheid
van de veel zachtere zandsteen, mag men zeggen, dat het reliëf op de hardsteenen
vonten niet hooger is geweest dan op de producten der Bentheimer werkplaats.
Groep B. Voor zoover wij kunnen opmaken uit hetgeen ons rest, staat ook bij
deze groep de voet der vonten op een lage
vierkante plint; is de steel een eenvoudige
cylinder, die zonder kapiteel de kuip draagt,
doch steeds een geprofileerde basis heeft, soms
met hoekklauwen (Nuth) of-bladen (Heel); ook
is de kuip aan de binnenzijde rond van omtrek
en hol van bodem, terwijl aan de buitenzijde
die bodem vlak, en de omtrek öf rond is (Nuth,
Schin op Geul), öf uit sferische vlakken is samen-
gesteld (Odiliënberg, Voerendaal) öf vierkant
(Heel), öf achtzijdig (Montfort).
In de versiering bemerken wij bij alle vonten,
behalve te Heel, de vier koppen, te Odiliënberg
met de consolen, er onder, die wij uit de vorige
groep kennen, te Nuth en Voerendaal met het
vijfhoekig blad, dat wij ook in Leur reeds vonden ;
in Schin op Geul en in Amstenrade is dat aan-
Fig. 17. Heel. hangsel bijna verdwenen en het ontbreekt geheel
onder de koppen te Montfort. Daarnaast echter
zien wij onder elk der vier hoeken van de kuip te Heel een in bladvorm zich ontwikkelend
steunstuk 2).
Deze vont te Heel vertoont overigens de rijkste versiering der kuipvlakken; wij
zien op twee zijden ranken met bladeren en trossen; op de derde zijde komen ze uit
den mond van een masker, zich naar weerskanten symmetrisch uitrollend; op de vierde
een rij boogstellingen met drie blaadjes in de zwikken; ook op het bovenvlak der kuip
zijn in de zwikken bladversieringen uitgehouwen. Boogstellingen in hoefijzervorm vinden
wij op de kuipen van Voerendaal en Nuth, op de eerstgenoemde bovendien een vier-
1) Zie noot 3 op bl. 248.
242