Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Kam, Gerard Marius: Antieke helmen in het museum "Kam"
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0277

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
bij Dr. LindenschmitJ), waar ze aangeduid zijn als Alt-Italienische Helme van de 5de eeuw
(vóór J. C.) en later2), waar deze ook een Etruskische helm wordt genoemd, 't Is
zeker zeer opmerkenswaardig, dat deze vroege helm in den Rijn gevonden is op Neder-
landsch grondgebied.

Hoe en wanneer hij er gekomen is, zal wel altijd onopgelost blijven. Maar dat
kunnen wij wel mededeelen, dat in Hees bij de Voorstadlaan onder Romeinsche voorwerpen
ook een Etruskische spiegel is gevonden, in onze verzameling opgenomen, en dat nog
andere voorwerpen van dien
aard in Nijmegen of omgeving
schijnen te zijn voorgekomen.

DE GEZICHTSHELM.

Deze is als de anderen
uit de Waal aan het daglicht
gekomen, opgebaggerd beneden
de spoorbrug tusschen de krib-
ben aan den zuidelijken oever.
Afbeeldingen 3, 4 en 5 geven
hiervan eene voorstelling.

Zeker kan men dezen
beschouwen als een eerste klasse
meesterwerk van Romeinsche
drijfkunst, waarin Grieksche
invloed te herkennen is.

Het aangezicht, de ooren
en de aureool, die het hoofd
versiert, zijn uit brons gedreven,
het gezicht en de ooren ver-
zilverd. Lippen en oogleden
waren verguld, (ten deele nog
zichtbaar). De diadeem is zilver

verguld, zoo ook de busten en

ö riguur i.

derzelver haardos.

De naakte gedeelten, borsten enz. zijn alleen verzilverd. Wie stellen deze drie
vrouwelijke en twee mannelijke uit de diadeem gedreven busten voor?

Van de laatsten, hoewel zij geen keizerlijk distinktief vertoonen, kunnen wij, te
oordeelen naar de bewerking van het haar, die treffende overeenkomst heeft met de wijze,
waarop de keizers het plachten te dragen, en de gelijkenis van hunne portretten met die

1) Alterthümer unserer heidnischen Vorzeit, Band I, Heft III, Tafel 2, N°. 2 en 4.

2) IV Tafel 55, N°. I.

261
 
Annotationen