Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 8.1915

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Kam, Gerard Marius: Antieke helmen in het museum "Kam"
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19804#0278

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
der keizers uit den Flaviertijd Vespasianus en Titus, zoo als die op hunne munten voor-
komen, — niet anders aannemen, dan dat inderdaad die beide keizers hiermede zijn bedoeld.
Daarmede, en ook om andere reden, is dan tegelijkertijd dit kunstwerk gedateerd. Wanneer
men aanneemt, dat de mannelijke busten werkelijk die van genoemde keizers zijn, dan
komt men tot de veronderstelling, dat de drie vrouwelijke busten de keizerinnen moesten
voorstellen tot dezelfde familie behoorende.

Men heeft dan in de eerste buste links Flavia Polla te zien, de moeder van Vespasianus,

waarvan geene munten bekend
zijn, zoodat eene vergelijking
met munten achterwege moet
blijven, dan volgt Vespasianus,
in 't midden voor het voor-
hoofd de vrouw van dezen,
Flavia Domittila, waarvan maar
een paar munten bekend zijn, —
ééne slechts waarop hare buste
zeer in 't klein voorkomt, —
zoodat de vergelijking hier niet
te maken is. Verder de tweede
mannelijke buste Titus, en einde-
lijk Marcia Furnilla, zijne tweede
vrouw, of Jullia, zijne dochter.
Van de eerste zijn geen munten
tot ons gekomen en van de
keizerin Jullia zijn er vele, maar
eene gelijkenis tusschen deze
en de buste is niet vast te stellen.

Het haar der vrouwelijke
busten is rijk gekapt en even
als dat der mannen ten deele
zwaar verguld, en, ofschoon
de Heer Hill, Directeur van de
munten afdeeling in het Britsch
museum, die slechts naar bijgaande afbeelding oordeelen kon en het orgineel niet
gezien heeft, van meening is, dat de bewerking van het haar niet beantwoordt aan de
kapsels der keizerinnen uit den Flaviertijd, zoo kunnen wij in deze toch wel eenige
ruimte geven aan den kunstenaar, die de busten gedreven heeft, te meer daar het kapsel
uit dien tijd op het voorste gedeelte van het hoofd een massa kleine krullen vertoonde,
die voor hem mogelijk eenig bezwaar hadden om te reproduceeren.

Een technische handigheid schijnt het van den maker geweest te zijn, om de

Figuur 4.

262
 
Annotationen