Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 12.1919

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Hudig, Ferrand W.: Nederlansch Museum voor geschiedenis en kunst: Aanwinsten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19838#0039

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Flötner is niet alleen de eerste geweest, die zuivere renaissance-motieven in de
Duitsche kunstnijverheid heeft toegepast, maar hij was ook de eerste, die, vrij van alle
Gotische reminiscenties, een compositie wist op te bouwen geheel in den geest der groote
Italiaansche kunstenaars. In zijn reliefs kunnen, zelfs in Italië, weinigen zich met hem
meten. Figuren in een landschap waren ook in de reliefkunst van het quattrocento geen
bijzonderheid; maar vergelijken wij Flötner’s werk met een goede plaquette van een der
meesters, die hem tot voorbeeld gediend
zouden kunnen hebben, dan blijkt pas,
hoe gemakkelijk zijn breede gestalten
zich in de ruimte bewegen, hoe degelijk
de perspectief van zijn landschap is
geconstrueerd, hoe vlot zijn verkor-
tingen verloopen (zie b.v. het kind
rechts van fig. 1). Men heeft in zijn
opvatting van het landschap Duitsche
grilligheid willen herkennen, maar hoe
mooi weet hij zijn bladeren te groe-
peeren, b.v. in zijn geliefkoosd motief
van den treurwilg (fig. 1; de bladeren
van den boom in het midden zijn
bijgewerkt en behooren in dezen vorm
niet tot de compositie), hoe zeker
combineert hij de gebruikelijke requi-
sieten van het Italiaansche landschap,
die reeds vóór hem in de Duitsche
schilderkunst haar intrede hadden ge-
daan, de rivier met boogbruggen en
scheepjes, de kasteelen en ommuurde
steden en ook de planten en losse
steenen op den voorgrond, tot een bijna
getrouw beeld der natuur. Zijn detail
is dikwijls te overvloedig, maar liever
laat hij zijn landschap aan fantastische Fig. 3 Reliekhouder, Fransch werk, + 1300.

schilderachtigheid inboeten, dan dat hij

teruggrijpt naar de gotische krullen en hanepooten, die de schilders der Donauschool nog
zoo overvloedig voor hun romantische natuurtafereelen gebruiken. Zijn robuste gestalten
bewegen zich met theatrale gebaren, maar deze uiterlijkheid vermindert geenszins de kracht
van hun gezonden lichaamsbouw en door hun meesleepende actie weet hij zelfs de gevaarlijke
kloof tusschen de heroïsche verschijningen op den voorgrond en het gemoedelijk dagelijksche
leven op den achtergrond te overbruggen. Bij de groote zeldzaamheid van authentieke

29
 
Annotationen