Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0350

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
TOONKUNST.

324

Ik kan met zulke bewering niet instemmen; want
de schoone kunst heeft, mijns inziens, nog een ander
doel dan het verheffen der schoonheid alleen. Welnu,
zal men vragen, welk is dan dat doel bij de toonkunst?
De toonkunst is wel is waar eene duistere taal, waar-
aan bepaalde, klare, zoo te zeggen litteraire gedachten
ontbreken, maar niettemin is zij eene taal, waarmede
wij zeker gevoel van ons hert laten kennen. Letten wij
op, en dikwijls zullen wij ondervinden dat wij, zonder
peizen, als wij met zekere kracht onze aandacht op iets
vestigen, inwendig en somwijlen 00k met luide stem
zingen. Het is eene wijze van met zieh zelven te klap-
pen. Vreugdig zijnde, zullen wij vroolijk zingen, maar
zoo het gebeurt dat wij treuren-, droevig zal ons lied
dan wezen.

Op het, bruiloftsfeest wordt er anders gesproken
dan op het kerkhof; zoo moet het 00k zijn met onzen
zang, en naar omstandigheden, moeten wij onze tonen
welen te veränderen.

Plato en den Chineeschen wijsgeeren was het genoeg
de toonkunst van een volle te beschouwen, om zijne
zeden te beoordeelen. Fetis (gedurende zijn leven bestuur-
der van het oninklijk conservatorium van Brussel)
gaat, met andere toonkunstenaars, nog verder en beweert
dat zekere toonaarden geschikter zijn om rust en ernst,
andere om leven en hartstocht uit te drukken. « II est
certains systemes de tonalite dans la musique, » zegt hij,
« qui ont un caractere calme et religieux, et qui donnent
naissance ä des melodies douces et depouillees de passion,
comme il en est qui ont pour resultat necessaire l’ex-
pression vive et passionnee. » Doch, hoe men hierover
00k denke, het volgende is onbetwijfelbaar. « A l’audition
de la musique d’un peuple il est (donc) facile de juger
de son etat tranquille ou revolutionnaire, et enfin de
 
Annotationen