Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 1.1887-1888

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.24587#0667

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
TOONKUNST.

639

het Oratorium kleedt. De vrijere beweging van het recitatief zou zelfs
eene esthetisch te waardeereiule afwisseling breugen in de uitgebreide
met vaste schreden voortstappende melodie.

Gaarne geven wij echter toe dat het. tooneel der verwonding beter
zij weggelaten, wanneer men zieh streng houden wil binnen de
grenzen van den vorm waarin Wagner zijne muziekdrahta’ ,
heeft gegoten. Dan en kan dat groote recitatief » in Franciscus
geene plaats vinden.

Wij hebben reeds gezegd hoe waardig het einde van het tweede
decl zieh aan het geheele werk sluit. De bekoorlijke zang der Hemel-
stemmen (een vrouwenkoor), is hier geheel op zijne plaats.

Nu tot het derde deel : « Franciscus’ dood en verheerlijking. »

Eene breed aangelegde inleiding voor orkest voert ons weder tot
een mcesterlijk opgcbouwd koorrecitatief der hassen, en aan het sterfbed
des Heiligen.

Van kwalen neergeh ageld,

Op ’t krankbetl vastgcnageld,

Als van deze aarde ontgeest, *

Viert reeds Franciscus feest.

Daar klinkt van den toren van Maria ter Engelen de klok der
engelsche groetenis en roept met haar zilver geluid tot het nachtgebed.
De volgcnde muzikale volzin is van wezenlijk roerende stichtelijkheid.

Eene sopraanstem vangt aan : Tot eene rnaged teer, sprak ile

engel van den Heer. » Het vrouwenkoor neemt de groet des cngels
op :« Wees gegroct, Maria zoet,» enz., het vierstemmig gemengd koor
zet den zang voort, door op- en afgaande toonfiguren van het orkest
begelcid.. Ook deze Angelus moet tot de schoonste onderdcclen van
het toonwerk gerekend worden; doch menigeen vindt misschien dat
in - het middcndeel de chromatische wendingen te zeer spreken.

Een nicuw koorrecitatief der hassen, waarin het motief van Franciscus’
armoede weder doorklinkt, opent het eigenlijke tooneel van het scheiden.
De laatste woorden des stervenden :

Als ik za! rustez bii de dooden,

Hewaart uw rc^ l en geboden.

’k Bcveel u, kinders, ;ian den Heer:
ln allen ootraoed dient hem zeer;

Blijft de Arremoode toegenegen.

zijn door muzikale vinding en bewerking van overweidigende schoon-
heid. De zachl voortschrijdende hassen en de gebonden accoorden der
bovenstemmen er op rüstende oftc zacht overhecn glijdende, dan het
treffelijk doorklinken van het motief des armen Franciscus, de zange-
righeid der stemmen, zij allen brengen te zamen een onbcgrijj>clijk
schoonen, edelen indruk te weeg. Er heerscht hier eene zoete rouw
die zelfs voor de troostende met rocrendc harmonische wending klin-
kende engelstem noode schijnt te wijken. Dus is de macht, het
betooverend geweld der toonkunst door eenen meester behandeld!

Franciscus nu tot den staa van gelukzaligheid opgeklommen.
 
Annotationen