Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0044

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
38 EIGENAARDIGE GODSDIENSTIGE GEBRUIKEN.

uithalen, tot de hooge geestelijkheid tegen dat ergerlijk
misbruik optrad, (i)

Alomberoemd was de relikwie der H. Besnijdenis.
Herman Modet onstal ze op den dag der Beeldstorming,
en niemand zag ze ooit weder. Er bestond in de kapel
van het H. Preputium eene congregatie van ridders,
die te Jerusalem geweest waren, en die tot herinne-
ring hunner reis een gevest in vorm van palmtak aan
hunnen degen droegen. Op Palmenzondag trokken twaalf
dier ridders een houten ezel voort, waarop een in Christus
verkleede ridder gezeten was. Zij maakten den toer der
kerk, om nadien processiegewijs naar Ste Walburgis te
gaan. (2)

De registers dier belangrijke corporatie berusten tegen-
woordig, zegt men, bij den heer baron de Borrekens.
Een glasraam uit den kruisbeuk onzer hoofdkerk maalt
de instelling af dier ridders door Godfried van Bouillon.

De processiën, gekend onder den naam van Sint Gum-
maris' ommegang, werden luisterrijk gehouden. De Ant-
werpenaars toogden met hoogmoed eene aanzienlijke
relikwie van den patroon van Lier, en op zijnen feestdag
trokken zij met vliegende vaandels naar Lier en verbleven
er twee dagen. Heden nog wordt dit feest met plechtigheid
gevierd.

Met de groote feestdagen spreidde men takken of
strooi op den kerkvloer. In de XVIe eeuw ging het
binnen de kerk te bont op zulke dagen, zoodanig dat het
magistraat verbieden moest aldaar te wezen : « zich war-

(1) Dit bevestigden ons twee oude kerkbedienden. Zij beweerden
ooggetuige van het feit geweest te zijn. Wij hebben echter moeite het
aan te nemen.

(2) Dierckxsens D. V. blz. 75 a 80.
 
Annotationen