Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 11.1898

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26593#0297

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
FRANTZ M. MELCHERS.

283

En nu komt het mij voor, dat de geheele wijze,
waarop hij de maanden gevoeld en gezien heeft, vrij wel
overeenkomt met die, waarop het volk, het landvolk zelf,
die voelt en ziet en die dan ook kenschetst met een enkel
krachtig woord in zoovele tijd- en weerrijmpjes, welke het
er sedert eeuwen zelf op gedicht en onthouden heeft.
Januari is voor hem de donkere maand. Maart die van
buien en stormen, April die van hoop en jeugd, frischheid
en ongebreidelde pracht, enz.. Een zeer alledaagsche, bijna
banale opvatting dus. Doch, van die banaliteit bleef
geen spoor in de platen, die L'An versieren. En wilt
gij weten waarom? Eenvoudig omdat Melchers de natuur
behandelde, niet van het standpunt van den gewonen,
naturalistischen schilder, maar van het \ijn —, dat is
dat van een intellektueel-ontwikkeld negentiendeeuwer.
Niet die vaart, en die baan, en dien tuin, en dien akker
en die weide, zooals ze door honderden geschilderd en
door millioenen gezien werden, gaf hij ons te zien. Alleen
de groote, stijl-hebbende lijnen van al die lapjes natuur
behield hij, tegelijk met de werkelijkheidsbazis van de
oorspronkelijke kleur. De bijzaken liet hij boudweg ter
zijde.

Kortom hij gaf de natuur niet weer; hij verklaarde
ze, hij gaf er een kommentaar op, hij vertolkte ze.
Hij vertolkte ze zóo goed, dat zijn interpretaties niet
het allergeringste opschrift behoeven, om allen, die de
natuur zelf hebben leeren zien, met zekerheid te laten
aanduiden, welke maand er in bedoeld is.

V.

Ik zou niet willen volhouden, dat al de platen
van Melchers even artistiek zijn. De titel, Januari, als
de donkere maand, de boomgaard in Mei, en de sneeuw-
 
Annotationen