Zo zijn hun manieren
In het hele Westeuropese volksleven doen maar een
paar sagen de ronde die zich in de Nederlanden
afspelen. Twee daarvan zijn, mede door toedoen
van Richard Wagner, beroemd geworden: de le-
gende van de Vliegende Hollander, wiens duistere
gestalte in het Duitse cultuurgebied ook door Wil-
helm Hauff is beschreven, en natuurlijk Lohen-
grin, wiens merkwaardige verschijning aan het
keizerlijke hof te Nijmegen opdook.
Bij alle verschillen hebben de demonische kapitein
en de zilveren zwaanridder toch een paar trekken
gemeen die, afgaand op wat wij ook van anderen
horen, over het algemeen kenmerkend voor de
Nederlanders heetten te zijn. Beiden waren zwijg-
zaam en gesloten; zij hadden een aantrekkelijk
uiterlijk, maar waren voor het overige weinig in-
nemend. Zij vielen vooral op door hun ruwe om-
gangsvormen, die weliswaar niet kwaad waren be-
doeld, maar op anderen toch al gauw een on-
vriendelijke indruk maakten. Doen Senta en Elsa
van Brabant, die zo onverwacht door hen in de
steek werden gelaten, niet denken aan het Duitse
leerjongetje in Amsterdam datjohann Peter Hebei
in zijn Schatzkastlein des rheinischen Hausfreundes heeft
beschreven en dat voor zijn vriendelijke belang-
stelling alleen maar met een kort en snauwerig
'kannietverstaan' werd beloond en verder aan zijn
lot werd overgelaten?
Vanaf de zestiende eeuw tot in onze tijd toe heb-
ben reizigers ons de verzekering gegeven dat de
Nederlanders in wezen aardige en vriendelijke
mensen zijn, als je ze maar neemt zoals ze zijn.
Maar geen van hen maakt er een geheim van dat zij
op het eerste gezicht een onbeminnelijke en on-
vriendelijke indruk maken. 'Zowel in zijn woorden
als in zijn gedragingen was hij een echte Hollander
die niet veel om beleefdheid gaf, schrijft een Duitser
in hetjaar 1666, en een landgenoot van hem waar-
pagina 28:
Frans Hals (Mechelen)
ca. 1580-1666 Haarlem),
De regentessen van het
Links: Jan Vermeer oudemannenhuis te
(Delft 1632-1675), 'U -ju* H Haarlem (detail).
Het kantwerkstertje. H • Haarlem,
Parijs, Louvre SÊ wBr Bk, Frans Halsmuseum
Rechts: Carel Fabritius „ ,-~A f* | I Pagina 29:
(Amsterdam *: .„ ;fc ' i Frans Hals (Mechelen
ca. 1622-1654 Delft), ■ ffj I ca. 1580-1666 Haarlem),
Portret van de zijdekoop- Portret van
man Abraham de Potter - Isaac Abrahamsz. Massa.
Amsterdam, Rijksmuseum H............. H Toronto, Art Gallery
27
In het hele Westeuropese volksleven doen maar een
paar sagen de ronde die zich in de Nederlanden
afspelen. Twee daarvan zijn, mede door toedoen
van Richard Wagner, beroemd geworden: de le-
gende van de Vliegende Hollander, wiens duistere
gestalte in het Duitse cultuurgebied ook door Wil-
helm Hauff is beschreven, en natuurlijk Lohen-
grin, wiens merkwaardige verschijning aan het
keizerlijke hof te Nijmegen opdook.
Bij alle verschillen hebben de demonische kapitein
en de zilveren zwaanridder toch een paar trekken
gemeen die, afgaand op wat wij ook van anderen
horen, over het algemeen kenmerkend voor de
Nederlanders heetten te zijn. Beiden waren zwijg-
zaam en gesloten; zij hadden een aantrekkelijk
uiterlijk, maar waren voor het overige weinig in-
nemend. Zij vielen vooral op door hun ruwe om-
gangsvormen, die weliswaar niet kwaad waren be-
doeld, maar op anderen toch al gauw een on-
vriendelijke indruk maakten. Doen Senta en Elsa
van Brabant, die zo onverwacht door hen in de
steek werden gelaten, niet denken aan het Duitse
leerjongetje in Amsterdam datjohann Peter Hebei
in zijn Schatzkastlein des rheinischen Hausfreundes heeft
beschreven en dat voor zijn vriendelijke belang-
stelling alleen maar met een kort en snauwerig
'kannietverstaan' werd beloond en verder aan zijn
lot werd overgelaten?
Vanaf de zestiende eeuw tot in onze tijd toe heb-
ben reizigers ons de verzekering gegeven dat de
Nederlanders in wezen aardige en vriendelijke
mensen zijn, als je ze maar neemt zoals ze zijn.
Maar geen van hen maakt er een geheim van dat zij
op het eerste gezicht een onbeminnelijke en on-
vriendelijke indruk maken. 'Zowel in zijn woorden
als in zijn gedragingen was hij een echte Hollander
die niet veel om beleefdheid gaf, schrijft een Duitser
in hetjaar 1666, en een landgenoot van hem waar-
pagina 28:
Frans Hals (Mechelen)
ca. 1580-1666 Haarlem),
De regentessen van het
Links: Jan Vermeer oudemannenhuis te
(Delft 1632-1675), 'U -ju* H Haarlem (detail).
Het kantwerkstertje. H • Haarlem,
Parijs, Louvre SÊ wBr Bk, Frans Halsmuseum
Rechts: Carel Fabritius „ ,-~A f* | I Pagina 29:
(Amsterdam *: .„ ;fc ' i Frans Hals (Mechelen
ca. 1622-1654 Delft), ■ ffj I ca. 1580-1666 Haarlem),
Portret van de zijdekoop- Portret van
man Abraham de Potter - Isaac Abrahamsz. Massa.
Amsterdam, Rijksmuseum H............. H Toronto, Art Gallery
27