Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Günther, Hubertus [Hrsg.]
Boeren, burgers & buitenlui: een "vreemde" kijk op de Nederlanden — Amsterdam [u.a.], 1978

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.12891#0056
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Landelijke eenvoud

AlbertCuyp (Dordrecht 1620-1691), Landschap met herders en koeien. Keulen, Wallraf-Richartz-Museum

De buitenlanders die in de zeventiende eeuw een
bezoek aan de Nederlanden brachten stelden zich
de plattelandsbewoners vaak als ruwe, onverzorgde
en armoedige lieden voor zoals zij die ook uit hun
eigen land kenden, waar de boeren gewoonlijk nog
in horigheid aan de landadel leefden. Vooral
degenen die naar de noordoostelijke provincies van
de Nederlanden reisden, naar Friesland, Drenthe of
Overijssel, leerden met verbazing een heel ander

soort boeren kennen: 'Ik ken mijn landgenoten.
Het zijn mannen, waard Gods aardbodem te be-
treden ; ieder een kerel voor zich, bijna een kleine
koning', oordeelt de graaf van Egmont in het ge-
lijknamige toneelstuk van Goethe, waarin deze de
vrijheidsstrijd van de Nederlanders verheerlijkte.
'Eerder heren dan onderdanen', zoals een Engels-
man al in 1522 als zijn mening ten beste geeft - dat
waren deze Friese boeren, die nog nooit in hun ge-

62
 
Annotationen