Günther, Hubertus [Hrsg.]: Boeren, burgers & buitenlui: een "vreemde" kijk op de Nederlanden (Amsterdam [u.a.], 1978)

Liefde
'op zijn Hollands'

Boven: M ijn lief, mijn lief, mijn lief; soo sprack mijn lief mij toe,

Cornelis Cornelisz. Dewijl mijn lippen op haar lieve lipjes weiden.
van Haarlem j j rr r rj

(Haarlem 1562-1638), De woordtjes alle drie wel claer en wel bescheiden

De maaltijd (detail). Vloeiden mijn ooren in, en roerden f'ck weet niet hoe)
Lmz, Karl Pfatschbacher ^ m-jn gg^/iten om, staech maelend nemmer moe;

Links • Die 't oor mistrouwden en de woordjes wederleiden.

Maarten van Heemskerck Dies ick mijn vrouwe bad mij claerder te verbreiden

(Heemskerk bij Haarlem Haer onverwachte reen; en sij verhaelde' het doe.
1498-1574 Haarlem),
Portret van een vrouw,

vroeger geïdentificeerd Pieter Cornelisz. Hooft (i581-1647)

als Anna Codde.
Amsterdam, Rijksmuseum

137