Het zeegat uit
Otto von Bismarck schreef in het jaar 1853 vanuit schijnen voor buitenlanders iets duisters en geheim-
Amsterdam: 'Als ik het klokkenspel hoor en met zinnigs te hebben gehad. Helaas zijn er nauwelijks
een lange stenen pijp in mijn mond over de masten enige berichten van ooggetuigen over bewaard ge-
van de schepen in de grachten heen uitkijk op de bleven. Blijkbaar werd de havenbuurt door be-
schoorstenen van de stad, komen alle Hollandse zoekers angstvallig gemeden - in ieder geval zwij-
spookverhalen uit mijn kindertijd weer in mijn ge- gen de reizigers hierover in alle talen, hoezeer zij
dachten, van Dolf Heylinger en Rip van Winkel zich verder ook onder de indruk mogen tonen van
en de Vliegende Hollander.' de zeemacht van deze natie. Ook de Hollandse
Niet alleen de IJzeren Kanselier huiverde bij de schilders die in het algemeen geen enkele episode
aanblik van schepen; de atmosfeer van de haven- uit het dagelijks leven in hun schilderijen verzuim-
steden riep bij veel andere buitenlandse bezoekers den weer te geven, lieten dit motief bij voorkeur
een zelfde gevoel van angstige beklemming op, dat rusten.
in tal van verhalen zijn weerslag heeft gevonden. De reden daarvan hoeft natuurlijk helemaal niet te
Naast de verhalen waaraan Bismarck bij zijn aan- worden gezocht in de beklemmende atmosfeer van
blik van Amsterdam werd herinnerd, kan als bij- de havenbuurten; het rauwe leven dat er heerste is
zonder gruwelijk voorbeeld Het groene gezicht van de waarschijnlijk op zichzelf al voldoende geweest om
schrijver Meyrink worden genoemd. Vooral de zee- ordentelijke lieden van een bezoek daaraan te weer-
liedcn en heel de scenerie van het havenkwartier houden. Men schat dat er in die tijd zo n 200000
Jan van de
Cappelle
(Amsterdam
1626-1679),
Vissersschepen
op de rede
(Windstilte).
Keulen,
Wallraf-Richartz-
Museum
117
Otto von Bismarck schreef in het jaar 1853 vanuit schijnen voor buitenlanders iets duisters en geheim-
Amsterdam: 'Als ik het klokkenspel hoor en met zinnigs te hebben gehad. Helaas zijn er nauwelijks
een lange stenen pijp in mijn mond over de masten enige berichten van ooggetuigen over bewaard ge-
van de schepen in de grachten heen uitkijk op de bleven. Blijkbaar werd de havenbuurt door be-
schoorstenen van de stad, komen alle Hollandse zoekers angstvallig gemeden - in ieder geval zwij-
spookverhalen uit mijn kindertijd weer in mijn ge- gen de reizigers hierover in alle talen, hoezeer zij
dachten, van Dolf Heylinger en Rip van Winkel zich verder ook onder de indruk mogen tonen van
en de Vliegende Hollander.' de zeemacht van deze natie. Ook de Hollandse
Niet alleen de IJzeren Kanselier huiverde bij de schilders die in het algemeen geen enkele episode
aanblik van schepen; de atmosfeer van de haven- uit het dagelijks leven in hun schilderijen verzuim-
steden riep bij veel andere buitenlandse bezoekers den weer te geven, lieten dit motief bij voorkeur
een zelfde gevoel van angstige beklemming op, dat rusten.
in tal van verhalen zijn weerslag heeft gevonden. De reden daarvan hoeft natuurlijk helemaal niet te
Naast de verhalen waaraan Bismarck bij zijn aan- worden gezocht in de beklemmende atmosfeer van
blik van Amsterdam werd herinnerd, kan als bij- de havenbuurten; het rauwe leven dat er heerste is
zonder gruwelijk voorbeeld Het groene gezicht van de waarschijnlijk op zichzelf al voldoende geweest om
schrijver Meyrink worden genoemd. Vooral de zee- ordentelijke lieden van een bezoek daaraan te weer-
liedcn en heel de scenerie van het havenkwartier houden. Men schat dat er in die tijd zo n 200000
Jan van de
Cappelle
(Amsterdam
1626-1679),
Vissersschepen
op de rede
(Windstilte).
Keulen,
Wallraf-Richartz-
Museum
117