Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Günther, Hubertus [Hrsg.]
Boeren, burgers & buitenlui: een "vreemde" kijk op de Nederlanden — Amsterdam [u.a.], 1978

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.12891#0133
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De Hollandse
properheid

Een schilderij van Vermeer of Pieter de Hoogh
bekijken' wij niel zo zeer, maar wij gaan er on-
middellijk helemaal in op. Het zijn vaak stille inte-
neurtjes, met een atmosfeer van volmaakte orde en
netheid; even pijnlijk proper als op de schilderijen
waren de Nederlandse ver trekken, woningen en ste-
den ook in werkelijkheid.

Die uitzonderlijke properheid is talrijke tijdgenoten
opgevallen en ook in de daaropvolgende eeuwen
stonden de buitenlanders telkens weer verbaasd
wanneer zij het land bezochten: 'Wij openden de
deur van een groot, laag vertrek en hadden
nauwelijks een voet over dc drempel gezet, of wij
stapten vol verbazing alweer achteruit. Het leek
onmogelijk om hier met onze stoffige laarzen naar
binnen te gaan ! Het fraaiste schilderij van Gerard
Dou of Mieris was voor onze ogen werkelijkheid
geworden.' Met dit beeld werd een Duitse reiziger
in het jaar 1837 geconfronteerd, maar ook in de
zeventiende eeuw horen wij al: 'Meer dan welke
natie ter wereld ook is Holland het land van de
properheid.' Anderen spotten erover dat het
schrobben en boenen bij de Nederlanders 'lang-
zamerhand tot een tweede, ridicule natuur gewor-
den' was. 'Dc helft van alle Hollandse vrouwen
is er voortdurend mee bezig.' Zelfs de vrije natuur
maakte in dit land een keurige en ordelijke indruk;
de koeien, zo horen wij, werden gekamd net als de
paarden en hun staarten werden opgebonden, zo-
dat zij zichzelf niet konden bevuilen.
In de sleden was alles 'zo netjes en schoon als in
een zaal', meldt in 1669 een reiziger vol verba-
zing. Hel was niet nodig, zo horen wij, om op
straat schoenen te dragen en de vrouwen zag men
zelfs in pantoffels die aan de achterkant open waren
en met witte kousen aan waar geen vlekje op te zien
was over straat lopen. Zelfs kwam het vaak voor dat
men 'een vrouw op haar knieën zag rondkruipen
om met een mes cle kleine grassprietjes tussen dc
straatstenen uit te werken.' Overal en voortdurend
signaleerden onze ooggetuigen dienstmeisjes die de
straten veegden en schrobden, de ramen lapten

Pieter de Hoogh (Rotterdam 1629-ca. 1677 Amsterdam),
Vrouw en een kind in de keuken. Parijs, Louvre

en zelfs de muren van dc huizen schoonwasten.
Dat alles was echter nog een kleinigheid vergeleken
met dc schoonmaakwoede die binnen in de huizen
der Hollanders heerste. 'Hun woonvertrekken en
meubilair stralen een netheid uit die bijna oogver-
blindend en nauwelijks te beschrijven is," bericht
een Franse professor die in dc zeventiende eeuw
aan de universiteit van Leiden werkte. 'Zij zijn er
onophoudelijk mee bezig om alles te wassen en glad
te boenen wat zij maar aan houten meubilair be-
zitten, tot aan kleine bankjes en nooitgebruikte
keukenplanken toe en zelfs de treden van de trap,
waar cle mees ten alleen zonder schoenen overheen
lopen, moeten het ontgelden. Wanneer een bezoe-
ker wordt binnengelaten, krijgt hij een paar pan-

147
 
Annotationen