Dat nare
Wie heeft op een schilderij ooit een Hollands land-
schap met een stralend blauwe lucht gezien? Altijd
trekken er wolken langs de hemel, de lucht is
nevelachtig. Het klimaat van de Nederlanden was
in die tijd net zo berucht als de Londense smog,
vooral inde kustprovincies Holland en Zeeland. De
bezoekers van deze gebieden waren bang dat zij
'met één been in het graf zouden stappen.' Zij
waarschuwden tegen 'hoest, verkoudheid, koorts-
rillingen en reumatiek' en adv iseerden dringend om
' 's lands wijs te volgen en steeds een flanellen borst-
rok op het lichaam te dragen en zich verder ook niet
te licht te kleden.' De lucht bleefdoor het vele water
altijd vochtig en koel, de snijdende zeewind waaide
ongehinderd over het open, vlakke land.
Philipp vonZesen verklaart in zijn beschrijving van
de stad Amsterdam het altijd ongezonde weer uit
het feit 'dat deze stad in een laag moerasgebied
ligt en deels door de rottingsdampen van haar
drassige bodem, deels door de harde en koude zee-
wind wordt geplaagd, zodat de heldere lucht met
haar gezonde werking er nauwelijks kan doordrin-
gen.'
Klachten over het slechte weer keren steeds op-
nieuw in de reisverslagen terug. De buitenlanders
hadden vooral veel last van de snelle wisselingen van
het klimaat. Een aardig commentaar op die on-
bestendigheid van het weer werd geleverd door een
Duitser: 'Vaak kunje op één enkele dag een storm-
achtige herfstochtend meemaken, gevolgd door een
warme zomermiddag, een zachte lenteavond en een
koude winternacht.' Gelukkig is er naast dit soort
klagerige overdrijvingen ook een serieuze klimaat-
beschrijving uit het midden van de zeventiende
eeuw bewaard gebleven: 'Door het lage niveau en
de vlakheid van het land ontstaan 's winters al snel
Salomon van Ruysdael (Haarlem ca. 1600-1670),
Rivierlandschap met veerpont. Amsterdam, collectie
A. Schwarz
Wie heeft op een schilderij ooit een Hollands land-
schap met een stralend blauwe lucht gezien? Altijd
trekken er wolken langs de hemel, de lucht is
nevelachtig. Het klimaat van de Nederlanden was
in die tijd net zo berucht als de Londense smog,
vooral inde kustprovincies Holland en Zeeland. De
bezoekers van deze gebieden waren bang dat zij
'met één been in het graf zouden stappen.' Zij
waarschuwden tegen 'hoest, verkoudheid, koorts-
rillingen en reumatiek' en adv iseerden dringend om
' 's lands wijs te volgen en steeds een flanellen borst-
rok op het lichaam te dragen en zich verder ook niet
te licht te kleden.' De lucht bleefdoor het vele water
altijd vochtig en koel, de snijdende zeewind waaide
ongehinderd over het open, vlakke land.
Philipp vonZesen verklaart in zijn beschrijving van
de stad Amsterdam het altijd ongezonde weer uit
het feit 'dat deze stad in een laag moerasgebied
ligt en deels door de rottingsdampen van haar
drassige bodem, deels door de harde en koude zee-
wind wordt geplaagd, zodat de heldere lucht met
haar gezonde werking er nauwelijks kan doordrin-
gen.'
Klachten over het slechte weer keren steeds op-
nieuw in de reisverslagen terug. De buitenlanders
hadden vooral veel last van de snelle wisselingen van
het klimaat. Een aardig commentaar op die on-
bestendigheid van het weer werd geleverd door een
Duitser: 'Vaak kunje op één enkele dag een storm-
achtige herfstochtend meemaken, gevolgd door een
warme zomermiddag, een zachte lenteavond en een
koude winternacht.' Gelukkig is er naast dit soort
klagerige overdrijvingen ook een serieuze klimaat-
beschrijving uit het midden van de zeventiende
eeuw bewaard gebleven: 'Door het lage niveau en
de vlakheid van het land ontstaan 's winters al snel
Salomon van Ruysdael (Haarlem ca. 1600-1670),
Rivierlandschap met veerpont. Amsterdam, collectie
A. Schwarz