49 Leven der Nederlandfcbe en
was. Wie zijn Meefter geweeft zij, is mij niet ge-
bleken. Hij woohde te Haarlem in de Kruisftraat 5
niet verre van het Weeshuis, in een huis met een
ouderwetfch geveltje, waarin eenige verheven tro-
niën gezien worden; doch het is niet onwaarfchijn-
lijk, dat hij ook te Leunen, in Braband, gewoond
hebbe; want ik van hem te Leijden een ftuk met
twee deuren gezien heb, verbeeldende op het
binnen-tafereel het hoofd van den Zaligmaker, en
op beide deuren die van de Apoftelen Petrus en
Paulus, waaronder met gouden letteren, doch in
de Latijnfche tale , gefchreven ftond : WHsrnii
bier bonbrrb en ttnee en nestig jaren na <£b;iftu£
gehoopt beeft Wfi/bie te Haarlem i£ge&ooren/mij
te SQCoben gemaaftr. W eeutoige ruft moet hem ge*
inerben. Dat ftukberuft bij den Heer Jan Gerritz.
Buitenweg , en is al wat ik van zijne werken weet
aan te tonen; doch ftrekt echter genoeg ten bewij-
ze, wat een uitmuntend Meefter Dirk was, in
wat tijd hij geleefd en tot hoe grote volmaaktheid
hij zijne werken gebragt heeft; naamlijk veele jaren
voor de geboorte van Albert Durer^ en dat zij
nochtans grootlijks onderfcheiden zijn van de on-
bevallige harde of kantige latere manier. (Zijn Af-
beeldfel in de plaat G. n. 2. gezien wordt) Lamp-
fonius fpreekt hem in zijne Latijnfche Gedichten
dus aan:
Huc & ades , Theodore , tuam quoque Belgica
femper
Laude nihil fidta tollet ad ajtra manum9
Ipfa tuis rerum genitrix exprejja figuris
Te Natura fibi dum timet arte parem.
Dat
was. Wie zijn Meefter geweeft zij, is mij niet ge-
bleken. Hij woohde te Haarlem in de Kruisftraat 5
niet verre van het Weeshuis, in een huis met een
ouderwetfch geveltje, waarin eenige verheven tro-
niën gezien worden; doch het is niet onwaarfchijn-
lijk, dat hij ook te Leunen, in Braband, gewoond
hebbe; want ik van hem te Leijden een ftuk met
twee deuren gezien heb, verbeeldende op het
binnen-tafereel het hoofd van den Zaligmaker, en
op beide deuren die van de Apoftelen Petrus en
Paulus, waaronder met gouden letteren, doch in
de Latijnfche tale , gefchreven ftond : WHsrnii
bier bonbrrb en ttnee en nestig jaren na <£b;iftu£
gehoopt beeft Wfi/bie te Haarlem i£ge&ooren/mij
te SQCoben gemaaftr. W eeutoige ruft moet hem ge*
inerben. Dat ftukberuft bij den Heer Jan Gerritz.
Buitenweg , en is al wat ik van zijne werken weet
aan te tonen; doch ftrekt echter genoeg ten bewij-
ze, wat een uitmuntend Meefter Dirk was, in
wat tijd hij geleefd en tot hoe grote volmaaktheid
hij zijne werken gebragt heeft; naamlijk veele jaren
voor de geboorte van Albert Durer^ en dat zij
nochtans grootlijks onderfcheiden zijn van de on-
bevallige harde of kantige latere manier. (Zijn Af-
beeldfel in de plaat G. n. 2. gezien wordt) Lamp-
fonius fpreekt hem in zijne Latijnfche Gedichten
dus aan:
Huc & ades , Theodore , tuam quoque Belgica
femper
Laude nihil fidta tollet ad ajtra manum9
Ipfa tuis rerum genitrix exprejja figuris
Te Natura fibi dum timet arte parem.
Dat