Iloogduitfche Schilders. 157
FRANS MINNEBROER en anderen.
Hier voor van eenige Schilders van Gouda mel-
ding gemaakt hebbende, gae ik over tot eenige
oude Schilders van Mechelen, in welke ftad om-
trent den jare 1539 of 1540 bloeide eene Frans
Minnebroer, een deftig Schilder in olieverw.
Van dezen was in de Lieve-Vrouwe-kerk binnen die
ftad eene Vlucht van de Heilige Familie door eene
wildernis naar Egipten, en de beelden en boomen
in dat ftuk uitmuntend; en buiten Mechelen in de
Kerk van onze Lieve-Vrouw van Hansmjk een
Tafereel, verbeeldende hiftoriën van Maria, als
des Engels Groet en het Bezoek van Maria aan
Elizabetb, in welk ftuk de beelden, gronden en
boomen mede zeer kunftig behandeld waren.
Hij had een difcipel , geheeten Frans Ver-
beek , mede van Mechelen, die op de manier van
Jeronimus Bos in waterverw fraai arbeidde. Van
hem was in die Stad een Sint Chriftoffel met veel
gewoel, en in de Katharijne-kA aldaar een Tafe-
reel , verbeeldende de gelijkenis van de Wijngaar-
deniers , in den Wijngaard arbeidende , waarin
zeldzame fpoken de dorre ranken bonden, alles
zeer fierlijk en wel behandeld. Ook zag men van
hem
Dat is:
Men hoeft U, Visscher , niet bij ’t flechtfte flach te boeken,
U door Oranje ’s beeld en Ooftenrijk ’s vermaard,
Terwijl de Schilders Reeds uw’s Prinfen beeldnis zoeken,
Blijkt dat Oranje ’s beeld u eer en achting baart.
Uit dit Vers fchijnt het, dat hij Prins Willem den L en
Don Jan van Ooftenrijk hebbe geportretteerd, die denklijk
dap van of naar hem in prent zullen uixgekomen zijn.
FRANS MINNEBROER en anderen.
Hier voor van eenige Schilders van Gouda mel-
ding gemaakt hebbende, gae ik over tot eenige
oude Schilders van Mechelen, in welke ftad om-
trent den jare 1539 of 1540 bloeide eene Frans
Minnebroer, een deftig Schilder in olieverw.
Van dezen was in de Lieve-Vrouwe-kerk binnen die
ftad eene Vlucht van de Heilige Familie door eene
wildernis naar Egipten, en de beelden en boomen
in dat ftuk uitmuntend; en buiten Mechelen in de
Kerk van onze Lieve-Vrouw van Hansmjk een
Tafereel, verbeeldende hiftoriën van Maria, als
des Engels Groet en het Bezoek van Maria aan
Elizabetb, in welk ftuk de beelden, gronden en
boomen mede zeer kunftig behandeld waren.
Hij had een difcipel , geheeten Frans Ver-
beek , mede van Mechelen, die op de manier van
Jeronimus Bos in waterverw fraai arbeidde. Van
hem was in die Stad een Sint Chriftoffel met veel
gewoel, en in de Katharijne-kA aldaar een Tafe-
reel , verbeeldende de gelijkenis van de Wijngaar-
deniers , in den Wijngaard arbeidende , waarin
zeldzame fpoken de dorre ranken bonden, alles
zeer fierlijk en wel behandeld. Ook zag men van
hem
Dat is:
Men hoeft U, Visscher , niet bij ’t flechtfte flach te boeken,
U door Oranje ’s beeld en Ooftenrijk ’s vermaard,
Terwijl de Schilders Reeds uw’s Prinfen beeldnis zoeken,
Blijkt dat Oranje ’s beeld u eer en achting baart.
Uit dit Vers fchijnt het, dat hij Prins Willem den L en
Don Jan van Ooftenrijk hebbe geportretteerd, die denklijk
dap van of naar hem in prent zullen uixgekomen zijn.