Hoogduiïfcbe Schilden. 49
Dat is:
’tNooitvleiend Nederland (treed nader, Dirk,
treed aan!)
Zal zich op uwe Kunft en hand altoos verheffen.
Natuur, die gij zo wel naar ’t leven wilt te treffen,
Was zelf in angft,datgij haar zoudt te bovengaan*
ROGIER van der WEIDE.
Onder de roemwaardigen in de Schilderkunft be-
hoort inzonderheid gedacht, en mag geenzins ver-
zwegen worden de uitmuntende Rogier van der
Weide , die uit Vlaanderen, of van Vlaamfche ou-
ders te BruJJel geboren, het helder licht van zijn
vernuft, hem door de milde Natuur gefchonken,
tot grote verwondering van de Kunftenaars, zijne
tijdgenoten, in de noch vroege en duiftere tijden der
Schilderkunft zodanig heeft doen uitblinken, dat
hij die Kunft niet weinig verbeterd, en door zijne
vindingen en behandelingen een volmaakter wezen,
zo in de ftanden en ordinantiën, als in de hartstog-
ten en het verbeelden van droefheid, toorn, blijd-
fchap enz., naar vereifch van het werk, te weeg
gebragt heeft. Tot zijne eeuwige gedachtenis ziet
men op het Raadhuis te BruJJel vier beroemde Huk-
ken , verbeeldende zo vele gebeurteniffen, betrek*
lijk tot de JuJlitie of de Rechts-oefening. Een van
dezelvenis uitmuntend, en verbeeldt een Vader (*)?
die,
(*) Dit ziet waaiTchijnlijfc op ’t- geval van Arcbambald
Vorft van Brabant, die op zijn doodbedde liggende, zijnen
Neef bij ’t hair vaft houdt, en met denzelven pook, dien
hy op zijne zijde had, den ftrot affteekt , om hem over
een bedreeven misdaad teftraffen. Hoogftraten. Groot Woor-
denb. op Rogerim van BruJJelF.L.Comte Cabinet d’Arcbit&£,
Deel, D
Dat is:
’tNooitvleiend Nederland (treed nader, Dirk,
treed aan!)
Zal zich op uwe Kunft en hand altoos verheffen.
Natuur, die gij zo wel naar ’t leven wilt te treffen,
Was zelf in angft,datgij haar zoudt te bovengaan*
ROGIER van der WEIDE.
Onder de roemwaardigen in de Schilderkunft be-
hoort inzonderheid gedacht, en mag geenzins ver-
zwegen worden de uitmuntende Rogier van der
Weide , die uit Vlaanderen, of van Vlaamfche ou-
ders te BruJJel geboren, het helder licht van zijn
vernuft, hem door de milde Natuur gefchonken,
tot grote verwondering van de Kunftenaars, zijne
tijdgenoten, in de noch vroege en duiftere tijden der
Schilderkunft zodanig heeft doen uitblinken, dat
hij die Kunft niet weinig verbeterd, en door zijne
vindingen en behandelingen een volmaakter wezen,
zo in de ftanden en ordinantiën, als in de hartstog-
ten en het verbeelden van droefheid, toorn, blijd-
fchap enz., naar vereifch van het werk, te weeg
gebragt heeft. Tot zijne eeuwige gedachtenis ziet
men op het Raadhuis te BruJJel vier beroemde Huk-
ken , verbeeldende zo vele gebeurteniffen, betrek*
lijk tot de JuJlitie of de Rechts-oefening. Een van
dezelvenis uitmuntend, en verbeeldt een Vader (*)?
die,
(*) Dit ziet waaiTchijnlijfc op ’t- geval van Arcbambald
Vorft van Brabant, die op zijn doodbedde liggende, zijnen
Neef bij ’t hair vaft houdt, en met denzelven pook, dien
hy op zijne zijde had, den ftrot affteekt , om hem over
een bedreeven misdaad teftraffen. Hoogftraten. Groot Woor-
denb. op Rogerim van BruJJelF.L.Comte Cabinet d’Arcbit&£,
Deel, D