Mander, Carel van; Jongh, Jacobus; Esveldt, Steven van [Bearb.]; Jongh, Jacobus de [Übers.]: Het Leven Der Doorluchtige Nederlandsche en eenige Hoogduitsche Schilders (Band 1) (Amsterdam: Esveldt, 1764)

%92 Leven der Nederlandfcbê en
die zeggen wilden , dat hij in Rome of ergens el-
ders in Italië noch eene andere Vrouw had, waar
aan hij wettelijk getrouwd was, dat hij over deeze
zijne ontrouw altoos zo bekommerd was geweeft,
en zulks hem deeze zwaarmoedigheid verwekt had-
de, zijne eerfte Vrouw zo fchandelijk bedrogen en
verlaten te hebben. Kortom, ’t is dus, dat hij
door een droevig ongeval op eene elendige wijze
aan zijn einde is gekomen. Voorts is hij daar in
het Kloofter begraven.
Ik heb , dus doende , den Meefter achter den
Leerling geplaatft, maar mij docht, dat ik dat niet
konde nalaten ; ook zal het mij ligt te vergeven
zijn, bij aldien men met mij aanmerkt, dat de
Leerling zijn’ Meefter in de Kunft heeft overtrof-
fen , waar bij komt, dat Pieter Vlerick mijn Mee-
fter is geweeft ; anders indien men ’t naar den tijd
van het fterven van beiden wilde rekenen , moeft
Karel lang te vooren op het tooneel gekomen
zijn.
ANTONIS van MONTFOORT
of BLOKLAND.
’t Gebeurt niet zelden , dat iemand uit een aan-
zienlijk geilacht, ’t geen door tegenfpoeden in ver-
val geraakt is, herkomftig , door ’s Hemels gunft
den trap van eere beftijgt. Zulks wedervoer An-
tonis van Montfoort , uit de Heeren Baronnen
en Burg-graven van Montfoort gefproten ? gelijk mij
gebleken is bij fchriftlijke getuigenis van de Re-
geering van Montfoort met het Stads zegel be-
krachtigd. Zijn Vader, geheeten Meefter Kornelïs
van Montfoort , gebijnaamd van Bloklandnaar een
Leen-goed , weleer door zijne Voorouderen te
dier