I4ó Leven der Nederlandfcbe en
hebben, zo haar niet ongelukkig en door eene te
vroegtijdige dood een jong Burger Augustijn Jo-
risz. ontrukt was. Deze werd in die Stad gebo-
ren in den jare 1525. Zijn Vader, geheten Joris
Jansz., een Brouwer, beftelde zijn Zoon Augu-
stijn tot het leeren fchilderen bij eenen Jacob
Mondt, een gemeen Schilder aldaar, bij wien hij
omtrend drie jaren bleef. Uit zijne Geboorteftad
vertrekkende, begaf hij zich naar Mechelen al-
waar hij het onderwijs van een anderen Meefter
genoot, en voorts naar Parijs bij eenen Meefter
Pierre de la Cuffle , een kunftig Plaatfnijder die on-
der anderen de drie Spinfters van Rous, en een
Hemel, van onder op te zien, in het vierkant ge-
fneeden heeft. De la Cuffle was wel geen Schilder,
maar hield huis en woonde te zamen met zijnen
Broeder, en zij beiden hadden altoos, behalven
etlijke Goudfmeden, een’ Schilder en een’ Beeld-
houwer bij zich in arbeid, en gaven ook Augustijn
te werken, die, na dat hij nu vijf jaren bij hun
gewoond had, naar Delft keerde, alwaar hij door
het fchilderen van flechts vijf ftukken een grooten
roem verworf. Hij was een goed Meefter in groo-
te Beelden en Ordinantiën. Bij zijn broeder, Goud-
fmit te Delft., worden eenige Stukken van hem
gezien , inzonderheid de Familie van Ste Anna,
zeer wel gefchilderd, zacht en bevallig verdreeven,
en die zeer geprezen wordt; doch geene Land-
fchappen van hem hier te Lande gevonden.
Nadat Augustijn flechts vijf maanden t’ huis
ge weeft was, vond men hem in een’ Welput verdron-
ken liggen. Denklijk , en uit eenige tekenen te
oordeelen, waren zijne voeten uitgeglipt, en hij
dus in dien put gevallen en geen hulp krijgende
gefmoord, terwijl hij bezig ge weeft was, tot de
wit-
hebben, zo haar niet ongelukkig en door eene te
vroegtijdige dood een jong Burger Augustijn Jo-
risz. ontrukt was. Deze werd in die Stad gebo-
ren in den jare 1525. Zijn Vader, geheten Joris
Jansz., een Brouwer, beftelde zijn Zoon Augu-
stijn tot het leeren fchilderen bij eenen Jacob
Mondt, een gemeen Schilder aldaar, bij wien hij
omtrend drie jaren bleef. Uit zijne Geboorteftad
vertrekkende, begaf hij zich naar Mechelen al-
waar hij het onderwijs van een anderen Meefter
genoot, en voorts naar Parijs bij eenen Meefter
Pierre de la Cuffle , een kunftig Plaatfnijder die on-
der anderen de drie Spinfters van Rous, en een
Hemel, van onder op te zien, in het vierkant ge-
fneeden heeft. De la Cuffle was wel geen Schilder,
maar hield huis en woonde te zamen met zijnen
Broeder, en zij beiden hadden altoos, behalven
etlijke Goudfmeden, een’ Schilder en een’ Beeld-
houwer bij zich in arbeid, en gaven ook Augustijn
te werken, die, na dat hij nu vijf jaren bij hun
gewoond had, naar Delft keerde, alwaar hij door
het fchilderen van flechts vijf ftukken een grooten
roem verworf. Hij was een goed Meefter in groo-
te Beelden en Ordinantiën. Bij zijn broeder, Goud-
fmit te Delft., worden eenige Stukken van hem
gezien , inzonderheid de Familie van Ste Anna,
zeer wel gefchilderd, zacht en bevallig verdreeven,
en die zeer geprezen wordt; doch geene Land-
fchappen van hem hier te Lande gevonden.
Nadat Augustijn flechts vijf maanden t’ huis
ge weeft was, vond men hem in een’ Welput verdron-
ken liggen. Denklijk , en uit eenige tekenen te
oordeelen, waren zijne voeten uitgeglipt, en hij
dus in dien put gevallen en geen hulp krijgende
gefmoord, terwijl hij bezig ge weeft was, tot de
wit-