$i6 Leven der Nederlandfche en
bragt had in het te vooren gemelde Outer-ftuk in
de Kerk van Ste Gudula te BruJJel, verbeeldende
het fterfbed van Maria; ’t welk toen aan een ijder
bleek.
Wanneer hij een weinig befchonken was , be-
krabbelde hij alömme de muuren met houts - kool.
Zeer vlug van geeft was hij om iemand vaardig ant-
woord en een behendige ftreek met de tong te ge-
ven. Op eenen zekeren tijd verzocht zijnde, vee-
le fraaije Ronden en andere dingen te zien , uit
Rome door een jong Schilder medegebragt, die
dapper klaagde dat zijne fchouderen hem door het
torffchen van dien laft noch weê deeden , vraagde
hij , of hij dat pak niet gemaklijker voor in den
boezem , dan op de fchouderen had konnen dra-
gen , waar over zich die jongeling verwonderde,
niet begrijpende , dat Coxie door den boezem het
geheugen verftond,en te kennen wilde geven,dat
het beter geweeft ware , als een goed Meefter te-
rug te keeren , dan zich dus met de Werken van
andere Meefters te beladen.
Onze Coxie eindelijk te Antwerpen bezig met in
zijne hooge jaaren op het Stadhuis eenig werk te
fchilderen , had het ongeluk van te vallen van de
ftijgering en overleed eenigen tijd ’er na , in den
jaare 1592 en den ouderdom van 95 jaaren. [Zijn
Wezen is te zien in de Plaat W. n. 3. (*)]•
DIRK
C*) In den vorigen druk ftaat onder zijne Beeldenis:
Coxius illuftris piclor, Mechlinia cujus
Patria, dociorum quae fuit artificum.
Hic magno pinxit, nam Zeuxis creditur ejje ,
Carus divitibus, principibusque Pïris.
bragt had in het te vooren gemelde Outer-ftuk in
de Kerk van Ste Gudula te BruJJel, verbeeldende
het fterfbed van Maria; ’t welk toen aan een ijder
bleek.
Wanneer hij een weinig befchonken was , be-
krabbelde hij alömme de muuren met houts - kool.
Zeer vlug van geeft was hij om iemand vaardig ant-
woord en een behendige ftreek met de tong te ge-
ven. Op eenen zekeren tijd verzocht zijnde, vee-
le fraaije Ronden en andere dingen te zien , uit
Rome door een jong Schilder medegebragt, die
dapper klaagde dat zijne fchouderen hem door het
torffchen van dien laft noch weê deeden , vraagde
hij , of hij dat pak niet gemaklijker voor in den
boezem , dan op de fchouderen had konnen dra-
gen , waar over zich die jongeling verwonderde,
niet begrijpende , dat Coxie door den boezem het
geheugen verftond,en te kennen wilde geven,dat
het beter geweeft ware , als een goed Meefter te-
rug te keeren , dan zich dus met de Werken van
andere Meefters te beladen.
Onze Coxie eindelijk te Antwerpen bezig met in
zijne hooge jaaren op het Stadhuis eenig werk te
fchilderen , had het ongeluk van te vallen van de
ftijgering en overleed eenigen tijd ’er na , in den
jaare 1592 en den ouderdom van 95 jaaren. [Zijn
Wezen is te zien in de Plaat W. n. 3. (*)]•
DIRK
C*) In den vorigen druk ftaat onder zijne Beeldenis:
Coxius illuftris piclor, Mechlinia cujus
Patria, dociorum quae fuit artificum.
Hic magno pinxit, nam Zeuxis creditur ejje ,
Carus divitibus, principibusque Pïris.