Mander, Carel van; Jongh, Jacobus; Jongh, Jacobus de [Übers.]; Esveldt, Steven van [Bearb.]: Het Leven Der Doorluchtige Nederlandsche en eenige Hoogduitsche Schilders (Band 1) (Amsterdam: Esveldt, 1764)

Hoogduitfche Schilders. 320
en werd geheel in ’t ongelijk gefield. Dergelijke
ftaaltjens worden van hem meenigvuldig verhaald;
als van een vechtend Avondmaal, dat hij ook kon
afwaffchen ; van een Oordeel, waar in hij zich
zelven met eenen zijner goede bekenden had ver-
beeld , in de Helle zittende te tiktakken 9 en meer
andere fnakerijën , te lang om te melden , dewijl
’er wel een boek van was te befchrijven. Bij zijn
fterven liet hij zijne kinderen de geheele wereld
na : daar was goed in overvloed in te vin-
den , voor hen die handen uit de mouw wilde
fteeken; zij moeften ’t, was zijn zeggen , zien te
winnen. Hij ftierf in hoogen ouderdom, den 28.
van W intermaand 1598.
Veelen zijner Werken zijn bij Liefhebbers van
de Kunft te zien. Te Middelburg vindt men bij
den Heere Wijntjes een groot ftuk , daar de Hee-
ren Scbetfen, als Heeren van Hoboke zeer (hate-
lijk door ’t Landvolk van die plaats worden inge-
haald , zijnde vol werk en Beelden ? Noch is ’er
van hem een kruis-dragende Chriftus, en een Nacht-
gezicht , daar Petrus van den Engel verloft , en
uit den kerker geleid wordt, en meer andere din-
gen , alle uitneemend wel gedaan. [Zijn Portret
is in de Plaat Q. n. 3. (*)].
MARL
(*) Onder dat in den vorigen druk leeft men :
Nomina Mostarti duo fimt, fratresque gemeHi*
Arte pares , vultu, moribus, ingenio.
Girius inventor felix, betusque colore:
Sic color in verhit fine felle feilen
Dat

ZX 5