Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Mander, Carel van; Floerke, Hanns [Übers.]
Das Leben der niederländischen und deutschen Maler (Band 1) — München, 1906

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.7515#0367

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
346 Het leven van Marten Hemskerck Konstigh vermacrt Schilder

Want in dat huys (ghelijck de sake openbaer wiert) heeft
men eenen groten kuyl met dooden ghevonden. Een van
desen Moorders dochteren was oock te Venetien gheweken,
haer daer onthoudende by den seer constigen Schilder en
Jonghman, Hans van Calcker. Dese daer vor mijn Heeren
ontbode, beleedt de waerheyt, datse haer ghedronghen had
ghevonden dat grouwlijck huys te verlaten, ora niet langher
te sien soo groote wreetheyt: oock, om dat de Natuere haer
niet ghedooghde haer Ouders aen te brenghen, oft verraden:
Des werdt sy vrylaten gaen. Hems-kerck nu weder in zijn
Vaderlandt comende, hadde zijn vorighe handelinghe van
schilderen op zijn Schoorelsche verändert: doch, nae der
beste Schilders oordeel, niet verbetert, uytghenomen dat hy
zijnen dagh niet soo cantigh meer af en sneedt. Doe dit
hem van een van zijn Jongers worde geseyt, datmen seyde,
dat hy eerst op zijn Schooreis beter dede, als naderhandt
doe hy van Room quam, antwoorde hy: Soon, doe en wist
ick niet wat ic maeckte. Doch het onderscheydt hier van is
in't voorhaelde Princen Hof te sien, in de Sael, aen de twee
deuren van het Trapeniers Altaer, daer inwendich is de ghe-
boorte Christi, en de dry Coninghen, wesende twee
rijcklijcke Historien, met veel werck, en wel gheschildert,
daer verscheyden Conterfeytsels van eenighe siechte Menschen,
en oock zijn eyghen, in comen. Van buyten is de Boodt-
schap Mariae: Welcker tronien nae t'leven comen, en seer
wel ghedaen zijn. Den Engel is seer vreemt en cierlijck
toeghemaeckt: de onderste slippen zijn purperigh, welcke
ghedaen zijn van Jacop Rauwaert, die op die tijdt by hem
woonde, alsoo ick hem wel heb hooren verhalen. In dit
werck sietmen, hoe goet Metser Hemskerck is geweest,
en hoe gheneyght tot ciereren, teghen t'ghemeen Spreeck-
woort, dat hy veel in de mondt hadde: Een yeder Schilder
die wil bedijen, Vermijde cieraten en metselrijen. Hier siet-
 
Annotationen