DOI Heft:
[Nr. 3]
DOI Artikel:Byvanck, Alexander W.: De nieuwe Nederlandsche afdeeling van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden
DOI Artikel:Nederlandsche Klokken- en Orgelraad
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0131
zou de verzameling afgietsels nog gaarne zien uitgebreid, bijvoorbeeld met de belangrijke
inscriptie uit Beetgem in Friesland en enkele inschriften uit Nijmegen.
In een afzonderlijke galerij volgen nog een aantal voorwerpen uit het buitenland
ter vergelijking met het in Nederland gevondene. Het zijn steenen instrumenten uit
neolithischen tijd, oudheden uit de paalwoningen in Zwitserland, aardewerk en bronzen
voorwerpen uit landen, waar de metalen minder schaarsch waren dan in ons land. Dit
is alles wel geordend, maar niet beschreven. En het aantal bijschriften is zeer klein. Op
die wijze kan deze galerij nog niet aan het gestelde doel beantwoorden.
De tentoonstelling der opgravingen, die al vroeger voor het publiek was open-
gesteld, sluit bij de nieuwe zalen aan. Alleen is alles thans anders geordend. En het
uitgestalde is uitgebreid met de resultaten der jongste opgravingen van Dr. Holwerda.
Op die wijze vindt men in de groote zaal de opgravingen in de hunnebedden, grafheuvels,
urnenvelden en in de praehistorische nederzetting en de Hunneschans bij het Uddelermeer.
Daarbij zijn reconstructies, grondplannen, kaarten en transparanten tegen de ramen, die
het tentoongestelde nog nader verduidelijken. In de nevenzaal vindt men de landhuizen
uit Zuid-Limburg en de pottenbakkerij te Heerlen. Al deze opgravingen waren reeds
beschreven in den Catalogus van de Opgravingen in Nederland van 1913. Maar boven-
dien is thans reeds uitgestald een overzicht van de voorloopige nieuwe onderzoekingen
te Vechten en van de eerste campagnes bij Nijmegen.
Een geheele zaal is open gekomen voor de opgravingen te Arentsburg. Het aardewerk
is daar op uitnemende wijze ondergebracht in een groot aantal kleine vitrines. Bovendien
zijn er tal van andere voorwerpen, fragmenten van ruiten, steenen van de muur en hout
van de putten. Ook hier vindt men tal van photo’s, plans, profielen en reproducties van
de oude kaarten en teekeningen, die gemaakt zijn bij de opgravingen van Reuvens. Op
die wijze verkrijgt men een uitstekend en volledig overzicht van de geheele opgraving.
Zeker mag bij het openstellen van deze nieuwe zalen een woord van gelukwensch
aan Dr. Holwerda niet achterwege blijven. Zijn Afdeeling is daarbij tot een volledig
eigen Museum gegroeid. En allen, die belangstellen in de oudste geschiedenis van ons land,
zijn hem voor zijn werk grooten dank verschuldigd. A w bjjvanCK
NEDERLANDSCHE KLOKKEN- EN ORGELRAAD.
Door den Raad werd het verslag over 1917 aan het Bondsbestuur toegezonden.
Wij ontleenen hieraan het navolgende betreffende de werkzaamheden van den raad.
Het jaar 1917 is voor den Raad niet onvruchtbaar geweest, gelijk moge blijken
uit het hieronder volgende overzicht der aanhangige en gedeeltelijk reeds afgewerkte zaken :
A. Klokken en klokkenspelen. — De werkzaamheden van den Raad aangaande
klokken en klokkenspelen zijn van geringen omvang geweest. Het gebrek aan grondstoffen
(klokkenmetaal) is daarvan de hoofdoorzaak. Wel heeft de Nederlandsche industrie
r*
121
inscriptie uit Beetgem in Friesland en enkele inschriften uit Nijmegen.
In een afzonderlijke galerij volgen nog een aantal voorwerpen uit het buitenland
ter vergelijking met het in Nederland gevondene. Het zijn steenen instrumenten uit
neolithischen tijd, oudheden uit de paalwoningen in Zwitserland, aardewerk en bronzen
voorwerpen uit landen, waar de metalen minder schaarsch waren dan in ons land. Dit
is alles wel geordend, maar niet beschreven. En het aantal bijschriften is zeer klein. Op
die wijze kan deze galerij nog niet aan het gestelde doel beantwoorden.
De tentoonstelling der opgravingen, die al vroeger voor het publiek was open-
gesteld, sluit bij de nieuwe zalen aan. Alleen is alles thans anders geordend. En het
uitgestalde is uitgebreid met de resultaten der jongste opgravingen van Dr. Holwerda.
Op die wijze vindt men in de groote zaal de opgravingen in de hunnebedden, grafheuvels,
urnenvelden en in de praehistorische nederzetting en de Hunneschans bij het Uddelermeer.
Daarbij zijn reconstructies, grondplannen, kaarten en transparanten tegen de ramen, die
het tentoongestelde nog nader verduidelijken. In de nevenzaal vindt men de landhuizen
uit Zuid-Limburg en de pottenbakkerij te Heerlen. Al deze opgravingen waren reeds
beschreven in den Catalogus van de Opgravingen in Nederland van 1913. Maar boven-
dien is thans reeds uitgestald een overzicht van de voorloopige nieuwe onderzoekingen
te Vechten en van de eerste campagnes bij Nijmegen.
Een geheele zaal is open gekomen voor de opgravingen te Arentsburg. Het aardewerk
is daar op uitnemende wijze ondergebracht in een groot aantal kleine vitrines. Bovendien
zijn er tal van andere voorwerpen, fragmenten van ruiten, steenen van de muur en hout
van de putten. Ook hier vindt men tal van photo’s, plans, profielen en reproducties van
de oude kaarten en teekeningen, die gemaakt zijn bij de opgravingen van Reuvens. Op
die wijze verkrijgt men een uitstekend en volledig overzicht van de geheele opgraving.
Zeker mag bij het openstellen van deze nieuwe zalen een woord van gelukwensch
aan Dr. Holwerda niet achterwege blijven. Zijn Afdeeling is daarbij tot een volledig
eigen Museum gegroeid. En allen, die belangstellen in de oudste geschiedenis van ons land,
zijn hem voor zijn werk grooten dank verschuldigd. A w bjjvanCK
NEDERLANDSCHE KLOKKEN- EN ORGELRAAD.
Door den Raad werd het verslag over 1917 aan het Bondsbestuur toegezonden.
Wij ontleenen hieraan het navolgende betreffende de werkzaamheden van den raad.
Het jaar 1917 is voor den Raad niet onvruchtbaar geweest, gelijk moge blijken
uit het hieronder volgende overzicht der aanhangige en gedeeltelijk reeds afgewerkte zaken :
A. Klokken en klokkenspelen. — De werkzaamheden van den Raad aangaande
klokken en klokkenspelen zijn van geringen omvang geweest. Het gebrek aan grondstoffen
(klokkenmetaal) is daarvan de hoofdoorzaak. Wel heeft de Nederlandsche industrie
r*
121