Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: De Jaarvergadering te Delft
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Openingsrede: van den vorziter ... gehouden op de algemeene vergadering te Delft : Mr. Dr. J. C. Overvoorde
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0205

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
En den derden dag reed een extra-tram velen onzer het Westland in. Daar begroette
ons burgemeester Modderman op de grens zijner gemeente, Naaldwijk. De heer Bouricius
toonde ons wat eens de gracht van Corbulo geweest moet zijn, zonder dat wij eenige
spijt aan den dag legden, dat het dezen Romein niet gelukt is, de hoeveelheid water in ons
land op den duur te vermeerderen. Toen bewonderden wij te Naaldwijk het stemmige
hofje met zijn oude kapelletje, dat, evenals het raadhuis, spoedig hersteld moge worden.
En, na bezichtiging der kerk met haar fraaie choorhek, togen wij naar Monster, waar wij
aan een gemoedelijken lunch onze gidsen, Modderman, Bouricius en Hanau, en de commissie
van ontvangst nog eens dankten, alvorens op te gaan, »een iegelijk naar zijne woning”.

E. J. HASLINGHUIS.

OPENINGSREDE VAN DEN VOORZITTER Mr. Dr. J. C. OVERVOORDE
GEHOUDEN OP DE ALGEMEENE VERGADERING TE DELFT.

Hartelijk heet ik u welkom op deze jaarvergadering van den Bond in de oude
Prinsenstad, welke in haar aanleg nog in zoo hooge mate het mooie Oud-Hollandsche
karakter heeft bewaard, en waar nog zoovele belangrijke bouwwerken getuigen van den
hoog ontwikkelden kunstzin van de vroegere bouwmeesters.

De artikelen van Mr. Bouricius over de ontwikkeling der stad en van Mej. Gips
over hare monumenten hebben u reeds een overzicht gegeven van de historische ontwikkeling
van het geheel, en van die der bouwkunst in het bijzonder, en hebben u de gelegenheid
geboden u op uitnemende wijze onder deze kundige leiding voor te bereiden op de
bezichtiging der stad. De Commissie van Ontvangst heeft geene moeite ontzien om ons
die nadere kennismaking met Delft en ons verblijf aldaar zoo aangenaam en leerrijk
mogelijk te maken, en wanneer wij, weder naar onze haardsteden teruggekeerd, de
aangename en leerzame uren hier doorgebracht herdenken, zullen wij in de eerste plaats
ons dankbaar gestemd voelen tot de Commissie van Ontvangst en tot de bewerkers der
artikelen over Delft in het Bulletin. Een eerste woord van dank zij hen hiervoor hier
gebracht. Een woord van dank ook aan de besturen, die hunne verzamelingen en gebouwen
voor ons op zoo milde wijze toegankelijk stelden, waaronder in de eerste plaats het
bestuur der Technische Hoogeschool en den hoogleeraar Sluyterman, die ons de gelegenheid
boden om in dit kunstrijke milieu te vergaderen.

Wanneer wij terugblikken op het jaar, dat achter ons ligt, dan valt op oudheidkundig
gebied op menig lichtpunt te wijzen. De Staatsbegrooting bracht ons dit jaar weder eenigen
meerderen steun voor het behoud der monumenten en ruimere middelen voor de uitbreiding
der rijksmusea, waarbij erkend werd dat bij de aankoopen thans een achterstand valt in
te halen. Ook werden de subsidies aan locale musea uitgebreid. Aan het hoofdstuk van
Kunsten en Wetenschappen werd in de 2de Kamer dit jaar eene ongekende belangstelling
gewijd, dank zij de voorstellen tot reorganisatie van den rijksmonumentenzorg, welke in
hoofdzaak aansluiten bij de wenschen, welke door den Bond waren geuit.

195
 
Annotationen