Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: Algemeene vergadering te 'S - Gravenhage
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: Lezing van den Heer L. van der Swaelmen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0239

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
het opkomen van den Bond voor het onderhavige belang in de toekomst vermoedelijk
niet vaak meer noodig zal zijn.

Aangezien de aanwezigen nu verlangend zijn te luisteren naar het woord van den
heer L. van der Swaelmen, den Belgischen architect, door het bestuur voor deze vergadering
uitgenoodigd, sluit de voorzitter de vergadering.

De Secretaris,

_ E. J. HASLINGHUIS.

LEZING VAN DEN HEER L. VAN DER SWAELMEN.

De heer Van der Swaelmen, die op het laatste oogenblik voor een anderen spreker
moest invallen, en daardoor genoodzaakt was het aangekondigde onderwerp: »weder-
opbouw der door den oorlog verwoeste bouwwerken in België en Noord-Frankrijk”
eenigszins te verschuiven, gaf eerst een overzicht van de in België aangerichte verwoestingen,
welke vooral Vlaanderen geteisterd hebben. Hij noemde hier een cijfer van 16000 verwoeste
huizen, alleen in deze laatste provincie. Vervolgens besprak hij de restauratie-kwestie. In
treffende lichtbeelden liet hij ons zien, hoe in zijn land gerestaureerd placht te worden: het
Schippers- en het Stapelhuis aan de Graslei te Gent, waarnaast men in 1899 een neo-gothisch
postkantoor opgericht heeft, dat alle verhoudingen verstoort; de hallen te Mechelen, waarnaast
wederom een postkantoor als spelbreker optrad enz. Hierop gaf spr. eenige voorbeelden
van verknoeiing van een stadsbeeld wegens gebrek aan inzicht in de factoren, die op den
groei of de gewilde vorming van oude steden invloed gehad hebben. Zoo de amputatie
van het Park te Brussel, tengevolge van den nieuwen paleisbouw. Dan richt spr. zijn
blik op de toekomst. Leuven en Reims komen hier o. a. ter sprake. Een interessant plan
van herbouw der markt van deze laatste stad werd ons vertoond. Moge de moderne idee
hierin nog niet sterk spreken, spr. verwachtte, dat men bij den herbouw van geheele
steden en complexen modern zal durven zijn. Onmiddellijke en krachtige organisatie is
dan echter hoogst noodig. De tracés moeten reeds thans vastgelegd worden. Een dienst
als de Civic Development Survey in de Vereen. Staten moet worden ingesteld. Binnen
het door dezen dienst getrokken kader kan men de architecten dan vrij laten: enkele
buitensporigheden (hetzij in archaïstische, hetzij in anarchistische richting) zullen dan
maar weinig kunnen detoneeren. Van belang is het in dit opzicht, dat spr. een stijleenheid,
een internationalen modernen stijl, ziet groeien, dien hij, om te suggereeren (dus niet als
scherpe karakteristiek) »cubistisch” zou willen noemen. Ook dit trachtte spr. ons aan
eenige voorbeelden, zooals het hotel van v. Rijsselberghe, aan te toonen. Hij eindigde

met een woord van dank jegens ons land, dat hij staat te verlaten na een »séjour.

presqu’heureux”.

De voorzitter betuigde namens de vergadering erkentelijkheid voor het warme
en welsprekende woord van den heer Van der Swaelmen en wenschte hem en zijn zwaar
beproefde land een gelukkige toekomst.

E. J. HASLINGHUIS.

229
 
Annotationen