nog geen onderwerp van ernstige overweging heeft uitgemaakt. Te gelegener tijd zal
dit vraagstuk in studie zijn te nemen. Opgemerkt wordt, dat ook thans reeds vele
schilderijen en andere kunstwerken uit ’s Rijks musea in bruikleen zijn afgestaan zoowel
aan plaatselijke musea als ten behoeve van openbare gebouwen, o. a. aan het Frans Hals
Museum te Haarlem, het Stedelijk Museum te Amsterdam, de Gemeentelijke Musea te
’s Gravenhage en te Arnhem, het Muiderslot, de Doorwerth, onderscheidene Departements-
gebouwen, het gebouw van de Eerste Kamer der Staten Generaal, enkele provinciale
Gouvernementsgebouwen, Universiteitsgebouwen, enz. Mochten meerdere aanvragen om
bruikleen ten behoeve van openbare gebouwen worden gedaan, dan zal daaraan gaarne,
voor zoover mogelijk, worden voldaan.
H. T. v. B.
NOG EENS: DE ST. CATHARINA OF KRUISKERK TE ’s-HERTOGENBOSCH.
Naar aanleiding van het stukje van den heer Jan Stuyt in het vorig nummer van het
„Bulletin” zou ik gaarne nog enkele dingen willen opmerken.
In de eerste plaats neem ik natuurlijk gaarne acte van zijn verklaring, dat wij
het behoud van het oude koor en van de schilderijen uit Averbode enkel en alleen
aan het kerkbestuur te danken hebben. Mijn inlichtingen zijn onjuist geweest; de
restrictie die ik voor den aandrang der belangstellende buitenstaanders maakte, dient
derhalve te vervallen. Tot gerief van den lezer is het misschien niet ondienstig hier
nog eens uiteen te zetten, wat men onder het „oude koor" te verstaan heeft. Daar-
mede wordt bedoeld het koor der oorspronkelijke kloosterkapel, waaruit, gelijk ik in
mijn vorig artikel heb trachten aan te toonen, de latere Kruiskerk zich in verschillende
phasen ontwikkeld heeft. Het is dat gedeelte dat op de afbeelding bij mijn vorig
stukje zichtbaar is, waar de baksteenen bouw met zandsteenen banden versierd is. Dit
„oude koor” vormt echter slechts den afsluitenden veelhoek van het koor der latere
Kruiskerk, zooals deze haar voorlaatste gedaante bij de verbouwing in 1841 had gekregen.
(Zie den hierbij afgebeelden plattegrond der Kruiskerk van 1841 J).) De zijmuren van dat
latere koor waren niets anders dan een gedeelte der sc/irpmuren van de oudere Kruiskerk,
gelijk deze zich na hare verheffing tot parochiekerk (1568) in den aanvang der 17de eeuw
had ontwikkeld. Het koor der Kruiskerk van 1841 is in hoofdzaak ook het koor der
nieuwe kerk van Jan Stuyt geworden. De heer Stuyt heeft dus gelijk, wanneer hij er
aan herinnert dat er „nog wel iets meer (van de vroegere kerk) is blijven staan dan het
(oude) koor en de oude pastorie,” nl. „de schipmuren (lees: oude schipmuren) voor een
groot gedeelte en ook de in 1841 gebouwde transepten,” al zijn de beide laatstgenoemde
bouwonderdeelen, gelijk hij elders opmerkt, alleen uit constructiej oogpunt behouden, 1
1) Deze plattegrond, die geen absolute nauwkeurigheid in bijzonderheden pretendeert, is samen-
gesteld met behulp, van gegevens mij welwillend verschaft door den heer L. van Valkenburg,
hoofdopzichter bij de restauratie der St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch.
41
dit vraagstuk in studie zijn te nemen. Opgemerkt wordt, dat ook thans reeds vele
schilderijen en andere kunstwerken uit ’s Rijks musea in bruikleen zijn afgestaan zoowel
aan plaatselijke musea als ten behoeve van openbare gebouwen, o. a. aan het Frans Hals
Museum te Haarlem, het Stedelijk Museum te Amsterdam, de Gemeentelijke Musea te
’s Gravenhage en te Arnhem, het Muiderslot, de Doorwerth, onderscheidene Departements-
gebouwen, het gebouw van de Eerste Kamer der Staten Generaal, enkele provinciale
Gouvernementsgebouwen, Universiteitsgebouwen, enz. Mochten meerdere aanvragen om
bruikleen ten behoeve van openbare gebouwen worden gedaan, dan zal daaraan gaarne,
voor zoover mogelijk, worden voldaan.
H. T. v. B.
NOG EENS: DE ST. CATHARINA OF KRUISKERK TE ’s-HERTOGENBOSCH.
Naar aanleiding van het stukje van den heer Jan Stuyt in het vorig nummer van het
„Bulletin” zou ik gaarne nog enkele dingen willen opmerken.
In de eerste plaats neem ik natuurlijk gaarne acte van zijn verklaring, dat wij
het behoud van het oude koor en van de schilderijen uit Averbode enkel en alleen
aan het kerkbestuur te danken hebben. Mijn inlichtingen zijn onjuist geweest; de
restrictie die ik voor den aandrang der belangstellende buitenstaanders maakte, dient
derhalve te vervallen. Tot gerief van den lezer is het misschien niet ondienstig hier
nog eens uiteen te zetten, wat men onder het „oude koor" te verstaan heeft. Daar-
mede wordt bedoeld het koor der oorspronkelijke kloosterkapel, waaruit, gelijk ik in
mijn vorig artikel heb trachten aan te toonen, de latere Kruiskerk zich in verschillende
phasen ontwikkeld heeft. Het is dat gedeelte dat op de afbeelding bij mijn vorig
stukje zichtbaar is, waar de baksteenen bouw met zandsteenen banden versierd is. Dit
„oude koor” vormt echter slechts den afsluitenden veelhoek van het koor der latere
Kruiskerk, zooals deze haar voorlaatste gedaante bij de verbouwing in 1841 had gekregen.
(Zie den hierbij afgebeelden plattegrond der Kruiskerk van 1841 J).) De zijmuren van dat
latere koor waren niets anders dan een gedeelte der sc/irpmuren van de oudere Kruiskerk,
gelijk deze zich na hare verheffing tot parochiekerk (1568) in den aanvang der 17de eeuw
had ontwikkeld. Het koor der Kruiskerk van 1841 is in hoofdzaak ook het koor der
nieuwe kerk van Jan Stuyt geworden. De heer Stuyt heeft dus gelijk, wanneer hij er
aan herinnert dat er „nog wel iets meer (van de vroegere kerk) is blijven staan dan het
(oude) koor en de oude pastorie,” nl. „de schipmuren (lees: oude schipmuren) voor een
groot gedeelte en ook de in 1841 gebouwde transepten,” al zijn de beide laatstgenoemde
bouwonderdeelen, gelijk hij elders opmerkt, alleen uit constructiej oogpunt behouden, 1
1) Deze plattegrond, die geen absolute nauwkeurigheid in bijzonderheden pretendeert, is samen-
gesteld met behulp, van gegevens mij welwillend verschaft door den heer L. van Valkenburg,
hoofdopzichter bij de restauratie der St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch.
41