Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Verslagen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0062

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
penningkundigen van groot belang is wegens de verschillende gegevens welke hierin over
deze kamer zijn bijeengebracht.

Daarna volgt eene behandeling van de muntstempels van de Munt te Gorinchem
door M. Schulman. De Munt was hier van 1583—1591 gevestigd, toen de stad eindelijk
moest zwichten voor het verzet van de Staten. Er werden munten geslagen voor Don Antonio
van Portugal in 1583—1591, waarvan eenige stempels zijn bewaard. Het artikel geeft
merkwaardige bijzonderheden over de hierbij toegepaste knoeierijen. Van de hier gevestigde
munt van Megen (1584—1587) zijn slechts de stempels van 4 zwarte penningen bewaard
en van de munt der Ommelanden (1584 en 1585) is niets aanwezig. Rijker is de oogst
op het gebied der door den magistraat van Gorinchem geslagen munten en legpenningen.
Hier bij zijn verschillende nabootsingen van vreemde munten.

A. J. Servaas van Royen behandelt den Zeister medailleur B. Chr. van Calker,
overleden in 1805.

Behalve eenige kleinere bijdragen bevat het jaarboek de levensberichten van de
overleden medeleden.

Verslag van het Museum te Nijmegen over het jaar 1916. — Behalve met eenige
Nijmeegsche munten en een gouden gedenkpenning op den vrede van Nijmegen werd
de collectie verrijkt met een aantal opgegraven voorwerpen, waaronder fragmenten van
Romeinsche tegels, een aantal spinsteentjes en kralen van glaspate, een terra nigra schoteltje
en een schrijfstift van ijzer, voorts verscheidene bronzen fibulae en eenige Romeinsche
munten uit de eerste eeuw na Christus.

Eerste Jaarverslag der Vereeniging voor Terpenonderzoek, 1917. — In het begin
Van 1916 werd op uitnoodiging van den Heer J. E. Scholten te Groningen het initiatief
genomen tot het oprichten der Vereeniging voor Terpenonderzoek. De Heer Scholten
wilde Dr. A. E. van Giffen in de gelegenheid stellen om de reeds gedeeltelijk afge-
graven Terp Wierhuizen, onder Jukwerd in de Gemeente Appingedam, te onderzoeken
volgens wetenschappelijke beginselen. Om de opgraving zoo vruchtdragend mogelijk te
maken werd toen besloten een Vereeniging op te richten. Deze Vereeniging zou de
studie der vóór-historische overblijfselen in de Noordelijke Provinciën bevorderen en in
de eerste plaats het onderzoek der terpen. — In September 1916 kon de Vereeniging met
haar werkzaamheden beginnen. En onder leiding van Dr. van Giffen werd bij wijze van
proefgraving een gedeelte van den terpzool blootgelegd. Het Rapport van Dr. van Giffen
over het resultaat der ontgraving is bij dit Jaarverslag gevoegd.

In menig opzicht was de uitslag van het onderzoek belangrijk. Het terrein van de
terp was al bewoond in den tijd vóór Karei den Groote, en waarschijnlijk reeds in de
tweede eeuw na Christus. Want bij de vroegere afgraving, zonder wetenschappelijke leiding,
waren Romeinsche munten en aardewerk uit de tweede eeuw gevonden. — De bewoners
waren veehouders. Van hun woningen en stallen werden de sporen ontdekt. En deze

52
 
Annotationen