Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0066

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De oude wijze van behandeling, zooals het hangen in water, het afwasschen, het
afwrijven met glaspapier en het aanbrengen van een stijfselpap, die met de vuile bovenlaag
kan verwijderd worden, en de toepassing van een zandstraal bleken om verschillende
redenen niet toepasbaar. Men koos daarom eene behandeling met zapon. Een door een
motor van 3 P.K. gedreven pomp leverde samengeperste lucht van 4 atmosfeeren, en
door middel hiervan werd eene fijne regen van zapon op de afgietsels gespoten, welke
met speciale instrumenten wordt nageblazen, om te voorkomen, dat de zapon in indiepingen
de scherpte van het afgietsel zoude doen verloren gaan. Eerst wordt eene laag kleurloos
zapon opgespoten, welke het vuil minder doet doorslaan. Na 2 a 3 dagen volgt eene
tweede laag met kleur en na wederom 2 a 3 dagen eene derde laag. De kleur ontstaat
door vermenging van zapon met lithopon en voor eene matte ivoorkleur met fijngemalen oker.

Deze behandeling laat toe dat de afgietsels zelfs met zeepwater voorzichtig kunnen
afgewasschen worden. Uitvoeriger in: De Bouwwereld, 1917, bl. 379.

Personalia.

In den ouderdom van 68 jaar is na een ongesteldheid van enkele weken overleden
de heer E. A. von Saher, directeur van de School en van het Museum van Kunstnijverheid
te Haarlem.

In 1880 werd Von Saher benoemd tot conservator van het Museum te Haarlem
en tot directeur der School. Door zijn toedoen werd het Museum voortdurend vermeerderd
en breidde ook de School zich krachtig uit. Bekend is de door hem volvoerde opdracht
om voor de inzending op de wereldtentoonstelling te Parijs in 1900 afgietsels te nemen
van den Boeroeboedoer-tempel op Java, terwijl ook zijn werk: »De versierende kunsten
in Ned.-Oost-Indië” zeer werd gewaardeerd.

Bij Kon. besluit van 13 Febr. is, met ingang van 16 Maart, benoemd tot
onderdirecteur van het Nederlandsch Museum voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam,
F. W. Hudig, te Rotterdam.

□ □ □

dgd

56
 
Annotationen