Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI issue:
[Nr. 2]
DOI article:
Six, Jan: Zesde voorloopig verslag omtrent de schilderingen in de Kap van de Zuider- of St. Pancraskerk te Enkhuizen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0079

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
is en Aaron op den eersten aandrang het gouden kalf maakt. Wij hebben ook hier weer
met een joodsche overlevering te doen evenals bij het verhaal omtrent Abraham in het
vierde verslag vermeld.

De heer J. M. Hillesum wijst er mij op, dat reeds bij Josephus, Ant. III, 2, Hur
bij het ondersteunen der handen van Mozes vermeld wordt, als de man van diens zuster
Mariamme, Oros en dat, wat zeker veel merkwaardiger is, zoowel de Midrasch Tanchoema
(5de eeuw n. Chr.) op Exodus XXXII, v. 1, als de Talmoed op v. 5, in het laatst genoemde
vers niet lezen: »Hij bouwde een altaar,” maar: wat met dezelfde letters geschreven, alleen
anders gevocaliseerd wordt: »Hij begreep uit den geofferde” en beiden die woorden op het
dooden van Hur door de Israëlieten laten slaan. Alleen omtrent de eigenaardige wijze
waarop dit volgens onzen tekst zou hebben plaats gehad wordt daar niets vermeld.

Weer zijn groote photographische opnamen gemaakt, die beter te onderscheiden
zijn dan de tafereelen in den donkeren kap boven het felle licht der vensters. Zij zijn
afzonderlijk bij den heer Dekema te Enkhuizen te verkrijgen en worden in onderstaande
lijst door een sterretje aangeduid.

Zuiderbeuk:

Koornis:

Noordzijde.

‘1. Hemelpoort.

*2. Hemelvaart.

*3. Uitstorting van den Heiligen Geest.

*4. Verlossing van de heilige vaderen uit de hel.
*5. Opstanding.

*6. Graflegging.

*7. Kruisiging.

*8. Kruisdraging.

*9. Geeseling.

*10. Doornenkroning.

*11. Bespotting.

Het laatste oordeel.

Zuidzijde.

*1. De duivel in de hellepoort.

*2. Eliah ten hemel varend.

*3. Mozes ontvangt de tafelen der Wet.

*4. Abraham uit Ur der Chaldaeëen verlost.
*5. Simson draagt de poorten van Gaza weg.
*6. Jonas door het zeemonster verslonden.
*7. De Serpentbijting.

*8. Isaac draagt het hout voor zijn offer.

*9. Geeseling van Job.

*10. Bespotting van Elisa.

*11. Hur door de Joden bespogen.

In den uitbouw ten Noorden werden, zooals te verwachten was, geen XVe eeuwsche
schilderwerken gevonden, wel onder de bovenste verflaag, op een blauwigen grond, eenig
gouden rankwerk. Er werd besloten dit te voorschijn te brengen. Tegen den diepen toon,
door de resten der beschildering verlevendigd, van de gewelven der hoofdschepen, zal
die lichtere kleur zoo afsteken, dat dit vreemde uitbouwsel weer in de witte muren
verloren gaat en den oorspronkelijken bouw zijn eenheid laat.

Nog valt te vermelden, dat de herstelling van een karbeel een deel van een
muurschildering aan het licht bracht, een heilige, groot van lijn en veel mooier van
teekening dan de gewelfschilderingen, een gebaarden man met edele trekken, die met de
rechterhand zijn wijde kleed schijnt op te houden in de linker een bardesaan of zwijnsspriet
heeft. Zonder verdere aanwijzingen weet ik zijn naam niet te noemen. Stond de bardesaan
voor een lans, dan zou men in de eerste plaats aan St. Thomas kunnen denken.

69
 
Annotationen