dus beperken tot de naaste omgeving der stad, van het dorp Ubbergen in het Oosten
tot het vroegere Fort Krayenhoff aan de Waal in het Westen, en het is dit gebied, dat
op de hierbij gereproduceerde schetskaart is geteekend. Een overzicht der voornaamste
vindplaatsen zal daarbij voorafgaan, daarna moge een beschrijving volgen van het Museum
van den Heer Kam en ten slotte moeten wij een verslag geven van de opgravingen
van Dr. Holwerda.
Reeds Smetius *) en In de Betouw 1 2 3) hebben getracht een overzicht te verkrijgen van
de Romeinsche oudheden bij Nijmegen. Daarbij verdeelden zij de stad in vier afdeelingen
volgens den loop der voornaamste straten en zij somden dan op, wat in elke afdeeling
was aan het licht gekomen. Vervolgens beschreven zij de vondsten in de nabijheid van
de stad, op de waarden aan de Waal in het Westen en op den Hunerberg in het Oosten,
en in de dorpen en gehuchten uit de omgeving, Ubbergen, Beek, Berg-en-dal en Holdeurn.
Beiden verhalen, hoe niet ver van Ubbergen, omstreeks het midden der 17de eeuw
in tegenwoordigheid van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk, zwaar muurwerk is
1) Johannes Smetius. Oppidum Batavorum (Amsterdam, 1644), blz. 29—43.
2) J. In de Betouw. Nijmegen verdeeld in wijken, straaten en stegen, met Ubbergen, Beek en
de Holle Doorn (Nijmegen, 1805).
3) Deze schetskaart is geteekend naar de stafkaart en een copie van de kadasterkaart van
Nijmegen door Th. H. A. J. Abeleven, die zich in het Museum aldaar bevindt. — Deze laatste kaart
werd door de vriendelijke bemiddeling van Mr. C. G. J. Bijleveld voor mij in de Koninklijke
Bibliotheek gedeponeerd.
102
tot het vroegere Fort Krayenhoff aan de Waal in het Westen, en het is dit gebied, dat
op de hierbij gereproduceerde schetskaart is geteekend. Een overzicht der voornaamste
vindplaatsen zal daarbij voorafgaan, daarna moge een beschrijving volgen van het Museum
van den Heer Kam en ten slotte moeten wij een verslag geven van de opgravingen
van Dr. Holwerda.
Reeds Smetius *) en In de Betouw 1 2 3) hebben getracht een overzicht te verkrijgen van
de Romeinsche oudheden bij Nijmegen. Daarbij verdeelden zij de stad in vier afdeelingen
volgens den loop der voornaamste straten en zij somden dan op, wat in elke afdeeling
was aan het licht gekomen. Vervolgens beschreven zij de vondsten in de nabijheid van
de stad, op de waarden aan de Waal in het Westen en op den Hunerberg in het Oosten,
en in de dorpen en gehuchten uit de omgeving, Ubbergen, Beek, Berg-en-dal en Holdeurn.
Beiden verhalen, hoe niet ver van Ubbergen, omstreeks het midden der 17de eeuw
in tegenwoordigheid van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk, zwaar muurwerk is
1) Johannes Smetius. Oppidum Batavorum (Amsterdam, 1644), blz. 29—43.
2) J. In de Betouw. Nijmegen verdeeld in wijken, straaten en stegen, met Ubbergen, Beek en
de Holle Doorn (Nijmegen, 1805).
3) Deze schetskaart is geteekend naar de stafkaart en een copie van de kadasterkaart van
Nijmegen door Th. H. A. J. Abeleven, die zich in het Museum aldaar bevindt. — Deze laatste kaart
werd door de vriendelijke bemiddeling van Mr. C. G. J. Bijleveld voor mij in de Koninklijke
Bibliotheek gedeponeerd.
102