Met den grooten brand van 1536 werden al het houtwerk van de kappen en de
appel, welke verscheiden menschen kon bevatten, een prooi der vlammen; de klokken
smolten en vielen naar beneden. Toen is ook het gewelf van den eersten zolder en het
groote boograam boven den westelijken ingang vernield en sinds dien niet weer hersteld.
Ook de bekroning van den toren is vanwege de grootere kosten niet in haar vorige
gedaante herbouwd, doch vervangen door een achtkante spits, met dakvenstertjes versierd
In de open octogone lantaren, waarin vroeger bij feestelijke gelegenheden vreugde-
vuren werden ontstoken, plaatste men
in 1663 een carillon van 36 klokken,
gegoten door Franciscus Hemony, die
ook de koperen speelton met haar
6480 steekgaten vervaardigde. Deze
speelton werd gemaakt volgens aan-
wijzingen van Jan Cal uit Nijmegen,
den bekenden uurwerkmaker, die hier
verschillende nieuwe vondsten op
carillongebied voor het eerst toe-
paste J). De klokspijs leverden de
klokken van den Stadhuistoren, welke
uit den brand van 1618 waren gered.
Bij het stellen van het carillon
schijnt men niet de noodige zorg
tegenover het bouwwerk in acht te
hebben genomen, want toen in 1675
een onderzoek naar den toestand
van den toren noodig bleek, waren
het hoofdzakelijk de penanten van
het octogoon die reparatie bèhoefden.
In de negentiende eeuw, in
1817 en 1848, werd de toren ander-
maal hersteld, doch op zoo weinig ^ Praalgraf van Elisabeth Morgan in de
r Oude kerk te Delft,
oordeelkundige wijze, dat in 1860
tot een grondige restauratie moest worden overgegaan, waarbij men al de klokken van
het carillon afnam en de westelijke penanten vernieuwde (1862—1867).
Eenige jaren daarna, in 1872, sloeg de bliksem in den toren en brandde ten tweede
male de geheele houten bekroning af. De gemeente-architect leidde de restauratie volgens 1
1) Het opschrift van den speelton luidt: »Deze speelton is alsoo gerhdt en opgemaeckt ende in
Het uerwerck ingewerckt met de Raders ende de andere werckë tot de speelhamers en is volendt
A°. 1663 bi mij Jan van Call Uyrwercker tot Nimegen de eerste vinder van den kooperen speeltonnen
en oick der stelschroven eerstmael aen dese hamerveren gemaeckt aen dit clockton in Delft anno 1663 "
10
151
appel, welke verscheiden menschen kon bevatten, een prooi der vlammen; de klokken
smolten en vielen naar beneden. Toen is ook het gewelf van den eersten zolder en het
groote boograam boven den westelijken ingang vernield en sinds dien niet weer hersteld.
Ook de bekroning van den toren is vanwege de grootere kosten niet in haar vorige
gedaante herbouwd, doch vervangen door een achtkante spits, met dakvenstertjes versierd
In de open octogone lantaren, waarin vroeger bij feestelijke gelegenheden vreugde-
vuren werden ontstoken, plaatste men
in 1663 een carillon van 36 klokken,
gegoten door Franciscus Hemony, die
ook de koperen speelton met haar
6480 steekgaten vervaardigde. Deze
speelton werd gemaakt volgens aan-
wijzingen van Jan Cal uit Nijmegen,
den bekenden uurwerkmaker, die hier
verschillende nieuwe vondsten op
carillongebied voor het eerst toe-
paste J). De klokspijs leverden de
klokken van den Stadhuistoren, welke
uit den brand van 1618 waren gered.
Bij het stellen van het carillon
schijnt men niet de noodige zorg
tegenover het bouwwerk in acht te
hebben genomen, want toen in 1675
een onderzoek naar den toestand
van den toren noodig bleek, waren
het hoofdzakelijk de penanten van
het octogoon die reparatie bèhoefden.
In de negentiende eeuw, in
1817 en 1848, werd de toren ander-
maal hersteld, doch op zoo weinig ^ Praalgraf van Elisabeth Morgan in de
r Oude kerk te Delft,
oordeelkundige wijze, dat in 1860
tot een grondige restauratie moest worden overgegaan, waarbij men al de klokken van
het carillon afnam en de westelijke penanten vernieuwde (1862—1867).
Eenige jaren daarna, in 1872, sloeg de bliksem in den toren en brandde ten tweede
male de geheele houten bekroning af. De gemeente-architect leidde de restauratie volgens 1
1) Het opschrift van den speelton luidt: »Deze speelton is alsoo gerhdt en opgemaeckt ende in
Het uerwerck ingewerckt met de Raders ende de andere werckë tot de speelhamers en is volendt
A°. 1663 bi mij Jan van Call Uyrwercker tot Nimegen de eerste vinder van den kooperen speeltonnen
en oick der stelschroven eerstmael aen dese hamerveren gemaeckt aen dit clockton in Delft anno 1663 "
10
151