Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:
Gips, Cath. M. A.: Oude gebouwen in Delft
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0175

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
nieuwe strooming. Eén dezer kapellen, aan St. Ursula gewijd, is in 1743 door een steenen
kerkje vervangen en behoort nu nog aan de Oud-Katholieke gemeente.

Dit kerkje, van buiten hoogst eenvoudig, uit baksteen opgetrokken, bestaat uit een
eenbeukig schip met halfronde absis aan de zuid-oost-zijde, en een tribune aan den
noord-west-kant. Inwendig vertoont het in de gestucte zoldering en vakken der wanden,
die door pilasters worden geleed, de weelderige ornamentvormen van den stijl van het
Regentschap. In den noord-westelijken wand bevinden zich twee nissen, waarin de bustes
van den H. Petrus en den H. Johannes den Dooper zijn geplaatst. Het licht, dat door
de vensters in den noordelijken wand binnenstroomt, geeft aan het witte kerkje een
vredig en vriendelijk aanzien. De kerk bezit verschillend gereedschap voor de H. Mis,
dateerend uit de zeventiende eeuw, en kostbare paramenten uit de vijftiende en zestiende eeuw.
Onder de portretten der
pastoors bevinden zich de
beeltenissen der dichters
Cornelis Musius (f 1572)
en Stalpaert van der Wiele
(f 1630).

Aan de oostzijde
van het Noordeinde staat
nog de kapel van het in
de negentiende eeuw af-
gebroken St. Joris Gast-
huis, dat weleer aan vreem-
delingen voor korten
tijd onderdak verleende,
doch na de Hervorming
in een krankzinnigenge-
sticht werd veranderd.

In 1647 trok men het koor der kapel, waarvan reeds melding wordt gemaakt in
een brief van 1407 1), bij het krankzinnigengesticht en bezigde het schip als bergplaats,
eerst van oorlogsmateriaal, later van wijnvaten, tot de stad de kerk in 1764 afstond aan
de Lutherschen, die hier nog samenkomen.

Het eenbeukige schip, uit baksteen opgetrokken, is afkomstig uit de vijftiende
eeuw, met iets latere, halfzeshoekige koorsluiting. Aan den westkant rijst uit het dak
een vierkant torentje van baksteen omhoog, waarvan het benedendeel met bergsteenen
kantblokken is versierd, en dat door een van vier tot achtkant ingesnoerde spits wordt
afgedekt. De oude voorgevel, boven welks ingang vroeger een St. Joris te paard prijkte,

1) Van Bleyswijck, I, blz. 294.

165
 
Annotationen