Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 11.1918)

Een zeventiende-eeuwsche ingang, door een sierlijk gebogen overhuiving met schelp-
bekroning gedekt, en een kleiner poortje met rustica-omlijsting, uit dienzelfden tijd, geven
toegang tot het oudste gedeelte van het raadhuis. De vierkante benedenbouw van den
toren, waarvan de baksteen hier en daar door de pleisterlaag heengluurt, is vermoedelijk
afkomstig uit de veertiende eeuw en wordt door een sierlijk vijftiende-eeuwsch boogfries
afgesloten. Een weinig-voorspringende overkraging draagt een baksteenen omgang, een

Afb. 20. Het stadhuis te Delft, zooals het thans is.

negentiende-eeuwsche vernieuwing, die met blindbogen op pilasters is versierd en door
een lijst op consoles is afgedekt. In de zeventiende eeuw waren tusschen de pilasters
wapenschilden aangebracht. Uit den omgang rijst de vijftiende-eeuwsche bergsteenen
bovenbouw op, die door vensters, welker tympans met blindtraceeringen zijn versierd,
wordt verlevendigd. Het aantal der vensters bedraagt drie aan de noord- en aan de
westzijde, slechts twee aan den zuid- en oostkant, vanwege den traptoren, welke zich
aan den zuid-oosthoek bevindt. Een boogfries omgeeft ook deze verdieping, die door

172