DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:Gips, Cath. M. A.: Oude gebouwen in Delft
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0193
voerd. Twee rustiek behandelde Ionische pilasters met naaldversiering, die rusten op een
voetstuk met een leeuwenmasker versierd, flankeeren den ingang, welks korfboog drie mooi
behakte sluitmaskers heeft. Consoles, waartegen gebeeldhouwde koppen zijn aangebracht,
dragen de kroonlijst, die half schuil gaat onder het pannendak, dat de poort afdekt. In
het fries tusschen de consoles zijn twee cartouches, waarop we »Anno 1608” lezen.
Tot de mooiste gevels behoort het huis der Oost-Indische Compagnie (zie afb. 28),
dat de bewindhebbers in 1631 aan het zuideinde van het Oude Delft, dicht bij de
haven, lieten bouwen en waarvan de pakhuizen zich
tot de oude stadsvest uitstrekken. Oorspronkelijk had
het twee onderling gelijke trapgevels, met elkaar ver-
bonden door een lager gedeelte, dat met een balustrade
was bekroond. De rechtergevel is thans verdwenen, en
de balustrade van het verbindingsstuk door een kroonlijst
vervangen. Doorloopende banden van bergsteen en
blokjes aan de vlakke ontlastingsbogen en de zijkanten
vervroolijken de warm-roode kleur der baksteen. Eertijds
waren de trappen van den gevel onderling verbonden
door voluutvormig behakte klauwstukken, waarvan enkele
nog ter plaatse aanwezig zijn. Hierdoor had de gevel
een meer gesloten silhouet en tevens een rijker aanzien.
Ongeschonden is alleen de topbekroning met den mooien
windwijzer in den vorm van een Oost-Indievaarder. Een
pilastertje, gedragen door een gebeeldhouwd kraagsteentje,
geeft de middenas van den gevel aan, dien een topstuk,
geflankeerd door fijner gevormde vleugelstukken, bekroont.
In het lagere verbindingsstuk bevindt zich een, blijkbaar
uit een ouder gebouw afkomstig, laat-gothisch poortje,
waarvan de kielboog eindigt in een kruisbloem. Een
aardig engelenkopje vult het driehoekige veld tusschen
de omlijstende bogen. De eikenhouten deur vertoont nog
de oorspronkelijke spijkerversiering en het oude ijzer-
beslag. Boven dit poortje is een reliëfje ingemetseld, bestaande uit een schild met de
initialen der Delfsche Kamer van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, door leeuwen
gehouden, waaronder staat: An°. 1631.
Inwendig heeft het huis een zaal met rijke betimmering en schoorsteen (Lodewijk
XlV-stijl), waaruit het schilderstuk naar het Rijksmuseum in Amsterdam is verhuisd. Het
groene trijpbehangsel, dat de muurvakken bekleedde, is eenige jaren geleden verdwenen.
Achter deze zaal is een kleine kamer, die eveneens een schoorsteen in Lodewijk
XlV-stijl bezit.
183
voetstuk met een leeuwenmasker versierd, flankeeren den ingang, welks korfboog drie mooi
behakte sluitmaskers heeft. Consoles, waartegen gebeeldhouwde koppen zijn aangebracht,
dragen de kroonlijst, die half schuil gaat onder het pannendak, dat de poort afdekt. In
het fries tusschen de consoles zijn twee cartouches, waarop we »Anno 1608” lezen.
Tot de mooiste gevels behoort het huis der Oost-Indische Compagnie (zie afb. 28),
dat de bewindhebbers in 1631 aan het zuideinde van het Oude Delft, dicht bij de
haven, lieten bouwen en waarvan de pakhuizen zich
tot de oude stadsvest uitstrekken. Oorspronkelijk had
het twee onderling gelijke trapgevels, met elkaar ver-
bonden door een lager gedeelte, dat met een balustrade
was bekroond. De rechtergevel is thans verdwenen, en
de balustrade van het verbindingsstuk door een kroonlijst
vervangen. Doorloopende banden van bergsteen en
blokjes aan de vlakke ontlastingsbogen en de zijkanten
vervroolijken de warm-roode kleur der baksteen. Eertijds
waren de trappen van den gevel onderling verbonden
door voluutvormig behakte klauwstukken, waarvan enkele
nog ter plaatse aanwezig zijn. Hierdoor had de gevel
een meer gesloten silhouet en tevens een rijker aanzien.
Ongeschonden is alleen de topbekroning met den mooien
windwijzer in den vorm van een Oost-Indievaarder. Een
pilastertje, gedragen door een gebeeldhouwd kraagsteentje,
geeft de middenas van den gevel aan, dien een topstuk,
geflankeerd door fijner gevormde vleugelstukken, bekroont.
In het lagere verbindingsstuk bevindt zich een, blijkbaar
uit een ouder gebouw afkomstig, laat-gothisch poortje,
waarvan de kielboog eindigt in een kruisbloem. Een
aardig engelenkopje vult het driehoekige veld tusschen
de omlijstende bogen. De eikenhouten deur vertoont nog
de oorspronkelijke spijkerversiering en het oude ijzer-
beslag. Boven dit poortje is een reliëfje ingemetseld, bestaande uit een schild met de
initialen der Delfsche Kamer van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie, door leeuwen
gehouden, waaronder staat: An°. 1631.
Inwendig heeft het huis een zaal met rijke betimmering en schoorsteen (Lodewijk
XlV-stijl), waaruit het schilderstuk naar het Rijksmuseum in Amsterdam is verhuisd. Het
groene trijpbehangsel, dat de muurvakken bekleedde, is eenige jaren geleden verdwenen.
Achter deze zaal is een kleine kamer, die eveneens een schoorsteen in Lodewijk
XlV-stijl bezit.
183