Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 6]
DOI Artikel:
Gratama, G. D.: De schoonmaak van de "Regenten van het St. Elisabeth's gasthuis" van Frans Hals
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0261

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
vernis waren verwijderd, kwam de quaestie op het tapijt of alle barstjes zouden moeten
worden geretoucheerd.

Daartegen heb ik mij, en Dr. Hofstede de Groot was het gelukkig hierin met
mij eens, verzet, 1°. omdat het vele bijstippen een schilderij een saai uiterlijk geeft,
2°. omdat de kleine barsten absoluut niet hinderen en 3°. omdat de retouches vrij
zeker nadonkeren.

Dit toch doet zich voor bij de «Regenten van het Oude-Mannenhuis”, waarop
elke barst was bijgetipt, en dat nu, na 8 jaar, wemelt van donkere stippen.

Alleen de ergste beschadigingen, door het barsten der verf veroorzaakt, toen deze
het krimpen en uitzetten van het doek niet meer kon volgen en in schilfers opstond,
werden bijgestipt. De schilfers bleken goed vast te zitten, waardoor verdoeken, hetgeen
10 jaar geleden door den Heer Heydenrijk, den bekenden Amsterdamschen hersteller was
geschied, niet noodig was.

Op een foto, na de schoonmaak vervaardigd, en op die van verschillende fragmenten
kan men de barstjes zeer goed zien.

Behalve deze barstjes werden nog andere beschadigingen aangetroffen. Het bleek
namelijk dat het schilderij bij vroegere restauratie geleden had door het bezigen van een
te scherp poetsmiddel, waarschijnlijk groene zeep, waardoor de mantel van «Warmond”
was beschadigd en plekken boven den kop van «Wouters” in den achtergrond waren
uitgebeten, die ook op de foto s, vóór de schoonmaak van dit schilderij vervaardigd, te
bespeuren zijn.

Enkele repentirs kwamen voor den dag. Deze zijn blijven staan en werden niet
bijgeschilderd, zooals restaurateurs van de oude school maar al te graag deden. Ook de
mantel van «Warmond” en de kale plekken boven «Wouters” werden niet met verf bedekt.

Behalve de meest hinderlijke barsten in de verf, werden nog bijgestipt die plaatsen op
de schilderij waar deze beschadigd was door latten, welke vroeger in het raam hadden gezeten.

Al deze verrichtingen werden op een foto met witte verf aangegeven.

Het bijstippen geschiedde eerst nadat het schilderij met de hand gevernist was.
Daarvoor werd gebruikt terpentijnvernis, hoofdzakelijk uit mastiek bestaande, waarna
het bijstippen op de vernislaag met eiwitverf, verdund met terpentijn plaats had. Nadat
dit goed gedroogd was, werden nog twee couches vernis op het schilderij gebracht,
waardoor wat bijgestipt werd tusschen de vernislagen inzit en bij het blind worden van
deze lagen met de vernis weggenomen kan worden.

De vernis werd niet getoond, nóch op de gezichten, nóch op de kragen, zooals
bij de «Regenten van het Oude-Mannenhuis” had plaats gehad, omdat het kunstmatig
oud doen schijnen van schilderijen een inconsequentie is, die niet langer getolereerd mag
worden. Deed men dit vroeger als een tegemoetkoming aan den heerschenden smaak,
de tegenwoordige Directie van een Museum moet daar niet door geleid worden, maar

1) De eerste figuur van rechts.

251
 
Annotationen