Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Levende kunst: maandelijksch plaatwerk voor hedendaagsche kunst — 1.1918

DOI Artikel:
Gast, Frans ter; Brandes, Jacobus Johannes: Decoratieve kunst van Frans ter Gast
DOI Artikel:
Brandes, Jacobus Johannes: Lampen van architect J. C. Stoffels
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.29257#0028

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De zes afbeeldingen, ontwerpen van Ter Gast, zijn voorbeelden van zijn opvatting
van deze techniek, de vergulde fond en het hier en daar gepolichromeerde onderwerp
maken deze paneelen tot rijke accenten voor de betimmering, waarvoor ze ontworpen
zijn als vullingen.


In samenwerking met binnenhuis-architecten en bouwmeesters zal in de hedendaagsche
woningkunst, de decoratieve kunstenaar met zijn eternitpaneelen een belangrijke plaats
vervullen. C. B.

LAMPEN VAN ARCHITECT J. C. STOFFELS
e reden, waarom ook de ontwikkelde leek zich zoo menigmaal stelt tegen de
hedendaagsche kunst, is zijn redeneering dat veelal moderne uitingen zich zoo
slecht aanpassen aan de historische schoonheid, die hij — in zijn interieur
b.v. — bezit. Hij noemt die moderne kunst dan „stijf” of wel onbeschaafd;
en — dikwijls kan men hem geen ongelijk geven.
’t Is toch vooral bij die voorwerpen, welke zoo dikwijls in een bestaande omgeving
nieuw ingebracht worden (zooals bij lampen, wanneer er licht in een oud huis wordt
aangebracht), noodzakelijk den hedendaagschen vorm in harmonie te doen zijn met de
omgeving waarin ze zal dienen; en zelden is dit mogelijk wanneer een leek zich b.v. een
lamp wil uitkiezen uit een collectie moderne verlichtingsartikelen, zooals die „te koop" zijn.
Dat ’t evenwel zeer goed mogelijk is, wanneer een kunstenaar er zich toe zet een
hedendaagsch gebruiksvoorwerp vorm te geven, die zich aansluit bij een klassieke om-
geving, en tóch levend te zijn, bewijzen de afbeeldingen der lampen in dit tijdschrift.
Ze zijn ontworpen en uitgevoerd voor interieurs der gebouwen van het Ministerie
van Landbouw, Nijverheid en Handel, en zullen zich zeer zeker uitstekend aanpassen
bij een klassiek interieur.
Er is trouwens hierin niets nieuws onder de zon; schiep men in vroeger tijden ook
niet „eigen kunstvorm” in verband met en naast bewaard gebleven klassieke schoonheid?
C. B.


18
 
Annotationen