Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Levende kunst: maandelijksch plaatwerk voor hedendaagsche kunst — 1.1918

DOI Artikel:
Bromberg, Paul: Meubelen van Hellendoorn
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.29257#0132

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
MEUBELEN VAN HELLENDOORN
oor de bandeloosheid en constructieve uitspattingen in den stijl van onze
grootouders, de beruchte „Willem III” stijl, is zware boete gedaan.
Lange louteringsjaren leefden onze moderne meubelen in volkomen „Ent-
haltsamkeit”. Niets dat hun hoog zedelijke ingetogenheid kwam verstoren,
niets dat hun kuischheid in gevaar bracht. Ze waren recht, stijf, ernstig, ontdaan van
alle wereldschen opschik. Deze meubels hadden de wereld vaarwel gezegd en hun wezen
gegeven voor de verdorring, ontstaan door hun asketische rein-leven propaganda. Afgezien
van het werk van zeer enkele groote kunstenaars, die hun persoonlijkheid wisten vast
te leggen in hun scheppingen, en afgezien van locale modegrillen, bleven de van alle
blijheid gespeende moderne meubelen voor het publiek zonder aantrekkelijkheid. Het
schijnt alsof we nu het boetekleed hebben mogen afdoen en weer terug gaan keeren
tot het volle, rijke, bloeiende leven. We gaan weer ongeoorloofde dingen doen en laten
onze fantasie sterker heerschen dan we met ons fatsoen en geweten overeen wisten te
brengen. Het is juist het laten domineeren van de fantasie dat de nieuwe richting er
toe brengt een mooi meubel hooger te stellen dan een goed meubel. Toch zal iets nooit
ver van zijn constructieve basis mogen afdwalen wil het een mooi ding zijn. Alles wat
nieuw is heeft te sterke accenten, een noodzakelijkheid om zich verstaanbaar te maken.
Het voorjaarsgroen is te hard van kleur maar als felheid in zijn hoedanigheid van
lentegroen is het ons lief. De nieuwe richting, welke — hoewel onjuist .— als Amster-
damsche school wordt aangeduid, heeft deze jonge, te sterke, accenten. Eenigszins onder
dit teeken moeten we de meubels van Hellendoorn bekijken, hoewel hierbij nog andere
factoren komen.
Hellendoorn is in 1878 in Twente geboren. Op de ambacht- en teekenschool ontving
hij van een dorpstimmerman zijn eerste kunstnijverheid-opleiding. Zijn leermeester, een
eenvoudige werkman, wist door zijn liefde voor zijn ambacht Hellendoorn sterk te
boeien; hem werden toen reeds in eenvoud en waarheid de stellingen van Berlage
ingeprent. Als architect is Hellendoorn zeker belangrijker dan als meubelmaker. Toch
hebben zijn meubels reeds die loskomende fantasie welke de nieuwe richting kenmerkt.
Behalve afbeelding No. 1 (welke meubelen op de tentoonstelling te Rotterdam stonden,
vooral het lampje is geestig) zijn weergegeven meubelen uit zijn eigen woning. Meubels
maakt hij voor ontspanning. Het buffet is ontstaan uit een oude linnenkast waar hij
een stuk van af heeft gezaagd om iets van behoorlijke verhouding te krijgen. De klok-
omlijsting ontstond uit het overgebleven hout. De meubels zijn donker grijs-groen
gebeitst, in zijn werkkamer bekleed met paars-velours, zilvergrijs gestreept. In zijn woon-
kamer met biezen mat. Hellendoorn weet voor zich zelf niet zeker of zijn meubelen
„kunstproducten” zijn. Hij voelt dat hem nog de fijne detailleering ontbreekt welke
meubelen van timmerwerk doen onderscheiden. Maar zeker is dat hij prettige dingen
heeft gegeven die in een sterk kleurig interieur hun pittige frissche bekoring zullen
hebben. Het zijn aardige, plezierige meubelen die duidelijk toonen dat ze „als ontspan-
ning” gemaakt zijn.
Amsterdam 22 Juni 19] 8. PAUL BROMBERG.


120
 
Annotationen