Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Levende kunst: maandelijksch plaatwerk voor hedendaagsche kunst — 1.1918

DOI Artikel:
Hoste, Huib: Werk van I. Geuer
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.29257#0246

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
WERK VAN I. GEUER

E derde aflevering van dit tijdschrift bevatte een artikel over glasschilder-
kunst, waarmee ik het niet eens kan zijn, en nu ik hier over eenig werk
van Geuer schrijven moet, wil ik minstens een der beweringen van hier-
bovengenoemd stuk ontmoeten. Is het niet jammer, zoo lazen wij er, „dat
vele jonge kunstenaars ’t alleen schijnen te zoeken in zulke eenvoudige contouren en
soms zoo primitieve vormen (waartoe slechts weinig technische vaardigheid noodig is),
dat van een glasschilderkunst als zoodanig met hare geheel eigenaardige moeilijkheden
nauwelijks sprake kan zijn”.
Het gaat o. i. niet aan op dergelijke wijze een kunst en kunstwerken te beschouwen.
Een der vele normen, waaraan men die moet meten, is de zuiverheid der gebruikte
middelen. Ongepaste middelen, zooals b.v. het goochelen met de materie, tewerkstellen,
is soms een toer, maar zal nooit geen kunst zijn, omdat de ambachtelijke zuiverheid als
grondslag dient voor elk kunstwerk en terzelvertijd een waarborg is voor de rechtzinnig-
heid van den kunstenaar.
Wij weten, dat het in lood gezette glas in den beginne gebruikt werd om de venster-
openingen dicht te maken, omdat men in dien tijd over geen groote ruiten beschikte;
wij weten echter ook, dat lichtkleurige glassoorten voorradig waren, en wanneer wij
nagaan, dat niet zoozeer deze, maar wel het forsche, kleurige glas tewerk gesteld werd,
dan moeten wij besluiten, dat er nog iets achter zit. Gedurende het romaansche tijdperk
werd er gestreefd naar een wandarchitectuur, en de bouwmeesters zullen gauw ingezien
hebben, dat de vensteropeningen, welke zij noodzakelijk in hun kerken moesten aan-
brengen, al was het ook om constructieve redenen zoo zuinig mogelijk, bizonderlijk in
het interieur de gezochte geslotenheid kwamen storen. Met het glas in lood wisten zij
de openingen zoo opaak mogelijk te maken en tevens in hun kerken een stemmingvol
licht te tooveren. En wanneer de gothiek de muren in pijlers opgelost had, bestond die
behoefte nog veel meer, en zien wij de groote lichtoppervlakken zooveel mogelijk in
ondoorzichtbare vlakken veranderd.
Kan men nu een dergelijk resultaat bereiken met de meest eenvoudige middelen, dan
moeten wij ons zeker veeleer tevreden stellen, dan indien allerlei trucjes en handig-
heidjes ter hulp geroepen worden om tot iets te komen, dat ten slotte niet heelemaal
zuiver is. Het ligt voor de hand, dat die eenvoudige middelen bestaan uit het gekleurde
glas en het lood zonder toevoeging van eenig ander element.
Is het om de wille van de voorstellingen, die men zocht met glas in lood uit te
beelden, dat men er al heel vroeg toe kwam enkele deelen glas te beschilderen ? Misschien
wel; het blijft echter een feit, dat van de oude glazen deze, die het minst beschilderd
zijn, de meeste goedkeuring van de kunstkenners meedragen.
Met het onbeschilderde glas en het lood zijn er prachtige effecten te verkrijgen; hoe
eenvoudiger dit materiaal aangewend kan worden, hoe meer het werk aan duidelijkheid
en overzichtelijkheid wint; wanneer het noodig is enkele glasdeelen te beschilderen, dan
moet o. i. deze bewerking tot het uiterste beperkt worden, teneinde de ambachtelijke
zuiverheid zooveel mogelijk vrij te waren. Ik weet wel, dat het soms moeilijk valt
zuiver glas met beschilderd te doen harmonieeren; ik weet echter ook, dat kunst geen
grapje is en dat haar beoefenaars met behulp der techniek moeten zoeken, totdat zij
bereiken hetgene dat het meest gewenscht blijkt.
Men kan echter ook het beschilderen van glas als een zuivere techniek beschouwen
en dan zal de kunstenaar moeten zorg dragen de glans van het materiaal door het
opleggen der kleur en door het branden niet te zeer te dempen; de heele oppervlakte


234
 
Annotationen