Levende kunst: maandelijksch plaatwerk voor hedendaagsche kunst (1.1918)

beschikbaar bleef voor het trappenhuis, W. C. en vestibule. Ook op de le verdieping
is dit mooi volgehouden.
Voor de eetkamer op 't Z.-O. is een waranda ontworpen, (waarboven een balcon)
waar men van de nog niet te warme ochtendzon en de namiddagschaduw kan genieten.
Het balcon grenst weer aan de voornaamste slaapkamer boven, dus óók op ’t Z.-O.
waaromheen de overige vertrekken al naar hun bestemming en gebruik gerangschikt
zijn met inachtneming van de opgaande muren.
Op den zolder zijn ten slotte nog een donkere kamer en een gastenkamer geprojecteerd.
De architectuur der gevels dient te zijn een zuiver uitspreken van ’t inwendige
van het gebouw. Wanneer men de foto’s aan de hand der platte gronden beziet kan
men ervaren dat nergens dit beginsel geweld werd aangedaan en ook goed het karakter
van architectuur, wenschelijk voor een dergelijk huis — een woonhuis bij de stad —
bereikt is, eenvoudig, overzichtelijk in compositie en materialen.
Dat de tuin zich voegt om 't gebouw, er mede samengroeit, het huis erin past, en
vooral dat door zijn vormen een harmonie en wisselwerking tusschen tuin en gebouw
ontstaat, dit zijn eigenschappen die hem passen, en deze tuin bezit ze!
Het tweede ontwerp, een vrij staand huis te Scheveningen, is een nog mooiere over-
winning der moeilijkheden van de opgave en de situatie.


Ook hier een terrein dicht bij stadsbebouwing, met zeer beperkte afmetingen én
belendingen. Aan de achterzijde links een mooi uitzicht op de duinen over een lage
zandrug, welke naar rechts oploopt tot ± 3 M. hoogte. Aan de voorzijde links een
zij-uitzicht op de boulevard langs de uiterste grens van de bebouwing.

47