Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 2.1922

DOI Artikel:
Gratama, G. D.: De Schoonmaak van den "Maaltijd van Officieren van den St. Jorisdoelen": in 1627 geschilderd door Frans Hals
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19959#0100

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
DE SCHOONMAAK VAN DE „MAALTIJD VAN OFFICIEREN”

89

DE SCHOONMAAK VAN DEN

„MAALTIJD VAN OFFICIEREN VAN DEN ST. JORISDOELEN”,

IN 1627 GESCHILDERD DOOR FRANS HALS.

Nadat de „Maaltijd van officieren van den St. Jorisdoelen”, in 1616 geschilderd
door Frans Hals, in 1919 door den Heer D. de Wild gereinigd was en gedurende
eenige maanden voor het publiek tentoongesteld was geworden, werd in 1920 begon-
nen de „Maaltijd van officieren van den St. Jorisdoelen”, in 1627 vervaardigd door
den grooten Haarlemschen meester, schoon te maken.

De Heer D. de Wild verrichtte weder deze reiniging onder toezicht van den
Heer Dr. C. Hofstede de Groot en den Directeur van het museum op dezelfde con-
dities als bij de vorige schoonmaak golden.

Vergeleken werd het schilderij, dat niet verdoekt behoefde te worden, daar
dit vroeger uitnemend was geschied, bij de foto, waarop in 1909 door den Heer
C. F. L. de Wild, thans in Amerika, met witte verf aangegeven was, waar zich
vermoedelijk overschilderingen onder het vernis bevonden, nadat het schilderij eerst
geregenereerd was geworden om de retouches beter te kunnen zien.

Alle plaatsen op deze foto aangegeven konden worden aangetoond.

Met alcohol, waarin een weinig xylol was gedaan, werd nu het schilderij
schoongemaakt. De vernislagen waren minder dik dan die op de vroeger gereinigde
schilderijen van Hals gevonden. Olievernis werd niet aangetroffen op dit doek.

Het bleek in goede conditie te verkeeren, met uitzondering van enkele
plaatsen, waar beschadigingen werden aangetroffen.

Zoo was de bovenkant van het schilderij over de geheele breedte overschilderd,
ongeveer 5 c.M. breed, om spijkergaten te bedekken, daar het schilderij vroeger
ingekort was geweest, welke inkorting men later weer uitgelegd had.

In den hoed en het vaandel van fig. 9, Dirk Dirksz. Scheepgen, kwam een
flinke winkelhaak voor den dag, terwijl in de wang van fig. 2, Michiel de Waal,
een horizontale scheur ontdekt werd. Nog bevond zich in den hoed van fig. 8,
Boudewijn van Offenberg, een gat en in den broek van fig. 1, Aernout van Druyve-
steyn, een scheur, die uitnemend gestopt waren.

Een verrassing leverde de draperie in den linker bovenhoek van het schilderij
op. Deze leek onder het gele vernis bruin, maar bleek na de schoonmaak paars te zijn.

Het is hetzelfde paars als hetwelk voorkomt in den achtergrond van de
zittende vrouw in het geel-groene kostuum, afkomstig uit de collectie Braams,
thans in bruikleen in het Frans Halsmuseum, en dat o.a. om die paarse kleur als
echt aangevochten werd.

Hieruit blijkt weder dat uit een vervalscht schilderij, zooals de gele maaltijd
der officieren was, verkeerde conclusies getrokken worden en hoe noodig het is
dat schilderijen in hun ware gedaante te zien zijn, ontdaan van oude, misleidende
vernislagen.
 
Annotationen