Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 2.1922

DOI Artikel:
Mededeelingen en korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19959#0225

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
214

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN

MEDEDEELINGEN EN KORTE BERICHTEN.

OFFICIEELE MEDEDEELINGEN.

JAARVERGADERING TE SNEEK.

Van ver en van nabij, maar allermeest toch wel
van ver, kwamen de deelnemers aan den Bondstocht
van den afgeloopen zomer getogen naar Frieslands
tweede stad, het aardige „Snits”, met zijne „const-
lievende luyden”, zooals het in de oude kroniek
heet, om, vriendelijk geleid door de commissie van
ontvangst, de heeren Houwink, Dr. Wumkes,
Priester en de Hoop, elkander te treffen in de
vestibule van het deftige achttiend’ eeuwsche heeren-
huis, dat het raadhuis is. In de kleine raadzaal genoo-
digd, werden zij verwelkomd door den burgemeester
P. de Hoop. Nadat de voorzitter dezen welkomst-
groet beantwoord had, en de eerewijn gesavoureerd
was, besloot een rondgang door het raadhuis en
een stilstaan op Gerben Nauta’s gebeeldhouwd
bordes, voor de fotografische lenzen, deze joyeuse
entree. Eene wandeling langs de monumenten
van Sneek volgde, en daarna een pauze, waarin
de reizigers gelegenheid hadden zich door een
maaltijd te verkwikken, om tegen klokke acht
weer samen te zijn tot het bijwonen der

ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN
NED. OUDHEIDKUNDIGEN BOND IN HET
KERKGEBOUW DER DOOPSGEZINDE
GEMEENTE TE SNEEK.

(22 Juni 1922).

Aanwezig waren de volgende leden: Mr. L. G.
N. Bouricius, Prof. Dr. A. W. Byvanck, J. L. van
Dalen (Oud-Dordrecht), Jvr. C. Engelen, Jhr. W.
G. Feith, (Ned. Leeuw, Die Haghe), F. A. Hoefer,
(Gelre), G. J. Honig, (Zaanl. Oudh. Ver.), Dr. J.
Kalf, G. M. Kam, Prof. Dr. N. J. Krom, Mej. Dr.
E. Neurdenburg, Dr. W. S. Unger, F. A. J. Ver-
meulen, Mej. R. Visscher (Friesch Genootschap),
gewone leden; en Mr. D. J. Cuipers, J. J. van
Deinse, R. van Delden, Dr. M. A. Evelein, Dr.
A. E. van Giffen, J. Gimberg, M. J. F. van der
Haagen, J. A. Hesterman Jr., J. C. Meischke,
J. A. P. Montijn, C. de Mooi, Dr. H. A. Poelman,
J. W. van Rooyen, J. D. J. Smit, W. P. van
Stockum Jr., H. Weimar, Mej. C. J. Welcker,
corr. leden.

De voorzitter, Dr. J. Kalf, opent de vergadering
met eene rede, die men elders in dit nummer in
extenso terugvindt.

De notulen der vorige algemeene vergadering,
in het Oudh. Jaarboek verschenen, worden goed-
gekeurd.

De voorzitter geeft in overweging den waarn.
Secretaris te ontslaan van het voorlezen van het
jaarverslag, aangezien dit toch in het Jaarboek
zal worden gepubliceerd. Goedgevonden.

Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat een
telegram is ontvangen van den heer B. W. F.
van Riemsdijk, waarmede deze bericht geen her-
benoeming tot bestuurslid te zullen aannemen;
dat de secretaris de heer Haslinghuis, als zoodanig
wenscht af te treden; dat, waar hij verhinderd is
deze vergadering bij te wonen, zijne functie tijdelijk
wordt waargenomen door den heer Vermeulen;
en dat het rijkssubsidie, ten bedrage van f 1500
is ontvangen. Op verzoek van den voorzitter doet
de waarnemende secretaris hierna mededeeling van
eenige ingekomen stukken: a. een adres van J. J.
Gerstel te Rotterdam, e.a., inzake de slooping der
Waalsche kerk te Rotterdam, inhoudende verzoek
om medewerking bij de pogingen tot redding van
dit monument; b■ een verzoek van de Boerenhuis-
commissie uit de Maatschappij der Nederl. Letter-
kunde te Leiden, om geldelijke medewerking bij
het onderzoek naar het boerenhuis in Nederland,
ingesteld door den heer K. Uilkema; c. een adres
der Verfraaiïngs-Vereeniging „Delfia” te Delft,
inhoudende een verzoek om eenige fmancieele
tegemoetkoming, in verband met den strijd tegen
de voorgenomen schending van het Oude Delft.

Na eenige discussie wordt besloten, zoowel aan
de Boerenhuis-commissie, als aan de Ver. „Delfia”,
elk een bijdrage van f 25.— te verstrekken.

Hierop brengt de commissie voor het nazien
der rekening, bestaande uit de heeren Bouricius
en Feith, verslag uit van hare bevinding. Naar
aanleiding hiervan wordt de rekening goedgekeurd
en de penningmeester gedechargeerd. Namens de
vergadering betuigt de voorzitter de beide genoemde
heeren dank voor hunne bemoeiingen.

Aan de orde komt nu punt 4: bestuursver-
kiezing wegens de periodieke aftreding van de
 
Annotationen