Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 2.1922

DOI article:
Martin, Wilhelm: Jan Steen's Kippenhof van 't huis oud Teilingen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19959#0176

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
JAN STEEN’S KIPPENHOF VAN ’T HUIS OUD TEILINGEN.

165

JAN STEEN’S KIPPENHOF VAN ’T HUIS OUD TEILINGEN 1).

Het is lang een puzzle geweest, welk kasteel is afgebeeld op den achtergrond
van Jan Steens beroemden Kippenhok Indertijd vroeg (Bulletin VI, blz. 93 vlgg.)
Prof. Six, of het meisje op den voorgrond mogelijk Prins Willem III zou kunnen
zijn in lange kleeren. Daarbij ging hij uit van de onderstelling, dat het kasteel op
den achtergrond Honsholredijk is.

Dat dit niet uitkomt, vermeldde ik in den Catalogue Raisonné van het
Mauritshuis, uitgave 1914, blz. 353. Dat het geen bedacht kasteel kan wezen, is
duidelijk: het is evengoed een portret van iets bestaands als de figuren en de beesten
op den voorgrond.

De vergelijking van het kasteel op den
Kippenhof met het hierbij afgebeelde prentje
geeft de oplossing. Het is het Huis Oud
Teilingen of Lokhorst bij Warmond, zooals
het, naar zijn uiterlijk voorkomen in 1745, staat
afgebeeld onder no. 297 in deel I van „het
Verheerlijkt Nederland” 2), naar een teekening
van Abraham de Haan. Vergelijking met den
Jan Steen toont, dat, behoudens kleine ver-
anderingen, het uiterlijk toen hetzelfde was als
in 1660, toen Jan Steen zijn schilderij maakte.

In 1745 was de hoek links tot een toren
opgetrokken, die de trapgevelafsluiting ver-
vangt, welke bij Steen te zien is. Bovendien
blijkt midden boven den hoofdingang een
toren te zijn toegevoegd, die in Jan Steen’s
tijd niet bestond, terwijl in den hoektoren
rechts de ramen van twee verdiepingen ge-
dicht zijn, hetgeen ook met één raam aan
den linkerkant het geval is. Voor het overige
is alles hetzelfde gebleven: in den voorgevel 4 ramen ter weerszijden van de vlak
afgedekte deur; 5 dakvensters aan den voorkant, en dezelfde eenvoudige houten brug
als bij Jan Steen. Opvallend is het hoektorentje links achter, dat boven het water
afgeschuind is. Zoowel op de prent in „het Verheerlijkt Nederland”, als ook op een
teekening van Roeland Roghman in de verzameling van Dr. C. Hofstede de Groot,
is deze afschuining duidelijk te zien. Op de schilderij van Jan Steen is ze minder
duidelijk, maar toch ook onmiskenbaar.

') De Heer W. J. J. C. Bijleveld te Leiden, die het eerst de indentiteit van het kasteel vaststelde,
wenschte de publicatie van zijn vondst en van zijn toelichtende genealogische gegevens aan schrijver dezes
over te laten.

2) Amsterdam, Isaak Tirion, 1745.
 
Annotationen