DOI Artikel:
Poelman, Huibert Antoine: Sneek: geschiedkundige inlieding
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19959#0120
SNEEK.
109
II. Openbare gebouwen.
De vroede vaderen van onze oude steden, het bestuur eener stad, vooral in
tijden, waarin zelfbewuste kracht van haar uitging, streefden er naar, den zetel van
het stadsbestuur te vestigen in een gebouw, het aanzien der stad waardig. Daar toch
was het centrum van bestuur en rechtspraak gevestigd. In de middeleeuwsche stad
Sneek, trouwe partij gangster der Schieringers, zetel van het Saksische en Geldersche
bestuur, zal het raadhuis in over-
eenstemming geweest zijn met den
invloed en de macht der stad. In
die middeleeuwsche samenleving
hebben eenige gebouwen het stads-
beeld gedomineerd: kerk, raadhuis?
klooster, stins.
Van het oude raadhuis weten wij
niets. Het tegenwoordige raadhuis
in de Marktstraat is het eenig
bekende. Vermoedelijk een laat-
zeventiende-eeuwsch bouwwerk,
heeft de achttiende eeuw er den
tegenwoordigen vorm aan gegeven,
welke in hoofdzaak onveranderd
gebleven is, al heeft men gemeend,
het gebouw te moeten moderni-
seeren o.m. door het aanbrengen
van moderne ramen.
Het gebouw maakt eerder
den indruk van een deftig heeren-
huis uit de 18e eeuw dan van een
raadhuis. Het bestaat uit souster-
rain, bel-etage en verdieping. Tot
de bel-etage verleent toegang een
hooge hardsteenen stoep, aan weers-
zijden te bereiken door een hard-
steenen trap, voorzien van gebeeld-
houwde lantaarnbasementen; trap-
pen en bordes dragen een hard- Afb. 3. Het Raadhuis,
steenen balustrade, waarvan het
rijke en fraaie beeldhouwwerk, waaronder wapens, de aandacht vraagt. Bordes en
trappen zijn niet tegelijk met den voorgevel aangebracht; zij toch zijn in 1745
vervaardigd door Gerben Nauta van Sneek, terwijl de eigenlijke voorgevel uit het
jaar 1760 stamt.
Wanneer wij het bordes beklimmen, staan wij voor de deur van het gebouw,
109
II. Openbare gebouwen.
De vroede vaderen van onze oude steden, het bestuur eener stad, vooral in
tijden, waarin zelfbewuste kracht van haar uitging, streefden er naar, den zetel van
het stadsbestuur te vestigen in een gebouw, het aanzien der stad waardig. Daar toch
was het centrum van bestuur en rechtspraak gevestigd. In de middeleeuwsche stad
Sneek, trouwe partij gangster der Schieringers, zetel van het Saksische en Geldersche
bestuur, zal het raadhuis in over-
eenstemming geweest zijn met den
invloed en de macht der stad. In
die middeleeuwsche samenleving
hebben eenige gebouwen het stads-
beeld gedomineerd: kerk, raadhuis?
klooster, stins.
Van het oude raadhuis weten wij
niets. Het tegenwoordige raadhuis
in de Marktstraat is het eenig
bekende. Vermoedelijk een laat-
zeventiende-eeuwsch bouwwerk,
heeft de achttiende eeuw er den
tegenwoordigen vorm aan gegeven,
welke in hoofdzaak onveranderd
gebleven is, al heeft men gemeend,
het gebouw te moeten moderni-
seeren o.m. door het aanbrengen
van moderne ramen.
Het gebouw maakt eerder
den indruk van een deftig heeren-
huis uit de 18e eeuw dan van een
raadhuis. Het bestaat uit souster-
rain, bel-etage en verdieping. Tot
de bel-etage verleent toegang een
hooge hardsteenen stoep, aan weers-
zijden te bereiken door een hard-
steenen trap, voorzien van gebeeld-
houwde lantaarnbasementen; trap-
pen en bordes dragen een hard- Afb. 3. Het Raadhuis,
steenen balustrade, waarvan het
rijke en fraaie beeldhouwwerk, waaronder wapens, de aandacht vraagt. Bordes en
trappen zijn niet tegelijk met den voorgevel aangebracht; zij toch zijn in 1745
vervaardigd door Gerben Nauta van Sneek, terwijl de eigenlijke voorgevel uit het
jaar 1760 stamt.
Wanneer wij het bordes beklimmen, staan wij voor de deur van het gebouw,