Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 2.1922

DOI Artikel:
Poelman, Huibert Antoine: Sneek: geschiedkundige inlieding
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19959#0125

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
114

SNEEK.

frontespies. In den hoek, gevormd door dit portaal en de kerk, verheft zich een
oude traptoren met gemetselde trap, waarvan het boveneinde verdwenen is.

Ook het koor is niet gespaard: de ramen zijn voor de helft dichtgemetseld.
In het koor is bovendien een latere ingang gemaakt, waarvóór in de vorige eeuw

een buitenportaal is ge-
bouwd. Hier toch is de
hoofdingang tot de kerk.
Om de kerk rondwan-
delende maken wij dus
den loop der eeuwen
mede : In het zuiden een
14e a 15e eeuwsche sa-
cristie geleund tegen een
iets latere kerk; vervol-
gens ten westen een in
in de 17e eeuw verminkte
gevel, waarop aan den
noordelijken gevel een in
klassieken stijl uitge-
voerde uitwas voorkomt,
en ten slotte het oude koor
met een 19e eeuwsche
ingang.

Op de kerk bevindt
zich een openbewerkte
achtkante koepel met
fraai beeldhouwwerk in
Louis XV stijl. De koepel
diende als speeltoren voor
het aan de stad toebe-
hoorende klokkenspel, in
opdracht der stadin 1771
door den klokkengieter
J.Burghoekte Enkhuizen
gegoten. Daar de klokken
ontstemd waren, zijn zij
Afb. 8. Ned. Herv. Kerk. Interieur naar het Oosten. verwijderd en rusten nu

op den ^vloer van het

koor der kerk. Vooreerst zal geen klokkenspel over Sneek klinken.

Uit het voorgaande blijkt, dat de kerk geen toren met luidklok rijk is. In dit
gemis is voorzien door de twee luidklokken op te hangen in een houten klokkentoren
op steenen voet aan de zuidzijde der kerk.
 
Annotationen